Ik had Bella kunnen kalmeren. Toen Carlisle haar vroeg om Audrey gerust te laten, stond ze bijna op ontploffen.
“Carlisle, ze heeft 3 hogeschoolstudies gehad in de laatste 100 jaar. Ze is hier bekwaam voor,” zei ik.
Dat weet ik, maar ons geheim komt in gevaar.
Ik snapte Carlisle wel, maar ik wist dat Audrey een muur rond zich had gebouwd. Eén die niet snel gesloopt zou worden.
“Ze weet het niet. Dat is het belangrijkste. Laat Bella haar helpen.” Bella zou haar kunnen helpen, want ze wist heel goed wat het was om je hart gebroken te hebben. Ik was wel niet gestorven, maar had haar achtergelaten. Dat was voor haar heel pijnlijk.
Oké, het is in orde. Audrey kan dit weekend komen logeren, maar jullie zullen er alles aan doen, dat we niet verdacht worden.
Ik knikte en wandelde zijn kantoor buiten. Bella zat in onze kamer en keek me vol verwachting aan.
“Het is oké. Zolang ze maar niets doorhebben.”
“Dat is normaal. Alice ging alles regelen.”
*VISIOEN*
Julie en Audrey ontwaken en keken rondom hun heen.“Ssst. Alice, Bella en Rose slapen nog.” fluisterde Audrey.
“Kom, we gaan naar de keuken.” zei Julie.
“Goed idee. Dan kunnen ze nog rustig verder slapen.”
*VISIOEN*
“Het gaat lukken.” zei ik tegen Bella. Ze gaf me een zoen en trok me recht.
“Kom we gaan jagen.” zei ze.
*VISIOEN*
“Ik zie je graag.” fluisterde Audrey en ze sprong van de klif.*VISIOEN*
“Wanneer?” vroeg ik aan Alice. Ze kwam naar me toe.
“Ik weet het niet zeker.”
“Hoe? Je weet het niet zeker?”
“Het kwam na dit.” Ze liet me een ander visioen zien.
*VISIOEN*
Audrey en Julie zaten naar een soap te kijken.“Ik heb geen zin om morgen naar school te gaan.” zei Audrey plotseling.
“Dan gaan we toch niet.” Audrey keek naar Julie. “We gaan gewoon iets anders doen.”
“Ik heb gehoord dat er een strand is. First Beach, dat ligt in La Push.”
“Dan gaan we naar daar. Kom, we gaan slapen.” Julie stond op en ging naar haar kamer. Audrey deed het licht uit en ging liggen.
“Bart, het is bijna zover.” fluisterde ze.
*VISOEN*
“Wanneer had je die?” vroeg ik.
Toen jij en Bella in het bos waren. dacht ze. Ik werd kwaad.
“En je dacht niet dat je het moest zeggen.”
“Ik vond het niet erg. Het is maar spijbelen.” antwoordde ze paniekerig.
“Audrey die zegt: ‘Bart, het is bijna zover.’ dat vind je dus niet erg.” Bella hapte naar adem en snapte direct wat er gaande was.
“Wanneer?” vroeg ze stil.
“Zoals mijn lieve zus al zei,” begon ik sarcastisch. “weet ze het niet. Ik denk dat het morgen is.”
“Ik bel Jake.” Bella had haar GSM al aan haar oor.
“Hallo.” zei een slaperige Jacob.
“Jake, Bella hier.” begon Bella. Ze klonk bijna hysterisch. “We denken dat het meisje, Audrey, morgen gaat springen.”
“Zeker?” vroeg hij.
“Neen, maar ik hou je op de hoogte. Als er iets verandert, dan weet je het.”
“Oké.”
“Jake, bedankt.”
“Graag gedaan.” Bella hing op en keek me bezorgd aan.
“Het komt goed. Alles komt in orde.” kalmeerde ik haar.
“Gaan we nog jagen?” vroeg ze en ik knikte. We wandelden naar buiten en renden al gauw het bos in.
XXX
De volgende morgen gingen we gewoon naar school. Alice had Audrey’s toekomst zien verdwijnen, wat volgens ons betekende dat Jacob in de buurt was.
Ik zat in mijn laatste les toen Alice plots een visioen kreeg.
*VISIOEN*
Audrey keek over haar schouder.“Dat was raar,” zei ze tegen zichzelf. Waarom voel ik me zo aangetrokken tot hem?” Ze keek naar boven en er liepen tranen over haar wangen. “Niemand kan me tegenhouden om bij jouw te zijn. Zelfs geen jongen.” Audrey sprong daarna van de klif.
*VISIOEN*
“Bella,” zei ik op vampiersnelheid.
“Edward?” vroeg ze bezorgd.
“Bel naar Jacob,” begon ik. “Als hij weg is, springt Audrey toch nog.”
Nee! riep ze in haar gedachten.
“Sorry, ik weet niet meer, maar ik denk dat ze de imprint is van één van de wolven?”
AudreyPOV
Julie en ik vertrokken op een normaal uur, maar in plaats van naar FHS te gaan, reed ik richting La Push.
“Waarom wou je eigenlijk niet naar school?”
Ik keek naar Julie en dan terug naar de weg.
“Ik weet het niet. Ik wilde gewoon weg van de realiteit,” antwoordde ik na een tijdje.
“School is nodig. Bart zou niet gewild hebben dat je spijbelde.” Ik voelde dat haar blik op mij gericht was. “Waarom loop je steeds weg van de realiteit.”
“Omdat de realiteit pijnlijk is.” Ik voelde de tranen uit mijn ogen vallen. Ik probeerde ze nog tegen te houden, maar dat lukte niet.
“Audrey, Bart was mijn broer. Ik zag hem ook graag, maar zit ik 7 maanden later nog in een droomwereld, waarin hij nog leeft?” Julie was langzaamaan kwaad aan het worden. “Je bent niet de enigste die het moeilijk heeft. In de afgelopen maanden heb je mij nog niet één keer gevraagd of het ging met mij.” Julie was beginnen huilen. “Bart was verdorie mijn broer.”
“Verdomme Julie. Ik besef ook dat je hem mist en dat je het moeilijk hebt. Het is gewoon…” Ik wist niet hoe ik mijn zin moest afmaken.
“Ik wacht,” zei Julie. Ik parkeerde mijn wagen. “Audrey?”
“Het is gewoon als Bart mijn leven niet had gered, dan was hij er nog. Dan had jij je broer nog en je ouders hun zoon.”
“En jij je verloofde,” vulde Julie aan.
“Neen,” schudde ik mijn hoofd. “Ik was dood.” Er kwam een lange stilte, niemand zei iets. Plotseling sloeg er keihard een deur dicht. Ik keek op en zag Julie weglopen. Ik bleef haar nakijken en besloot haar te volgen.
“Julie, wacht!” riep ik. Ze stopte en draaide naar me toe.
“Waarom zeg je zoiets?” gilde ze. “WAAROM?”
“Het is de waarheid. Bart heeft mij gered en als hij dat niet had gedaan, dan was ik er nu niet meer.”
“Neen, dan waren jullie er alle twee niet meer.” Ik wist even niet wat zeggen. Julie keek me aan. “Mijn ouders hebben het altijd voor je verzwegen, maar de politie ontdekte dat als Bart je niet had beschermd, dat je op slag dood geweest zou zijn.” Julie was aan het huilen. “Je had geen gordel om, Audrey. Je zou uit de wagen zijn geslingerd als Bart je niet beschermde. Bart zou de volledige impact gehad hebben, omdat de andere wagen langs zijn kant inreed.” Ik bleef stil en probeerde te achterhalen of Julie gelijk had, maar ik herinnerde me niet veel van die bewuste avond.
“Ik moet even alleen zijn,” fluisterde ik. “Ik ga wat wandelen.” Ik draaide me om en volgde een wandelpad.
XXX
Na een halfuurtje kwam ik aan boven aan de top van een klif. Ik zette me aan de rand en keek over de oceaan. Ik dacht dat alles zou veranderen als ik naar hier kwam, maar nu werd ik op de feiten gedrukt. Bart leefde niet meer door mij. Julie zei het niet met zoveel woorden, maar ik wist dat ze mij de schuld gaf. Ik begon recht te staan en keek naar de hemel. Ik wist wat ik ging doen en wilde springen.
“Wacht!” riep iemand. “Niet doen. Het is te gevaarlijk.” Ik draaide me om naar het geluid en zag een jongen, of beter gezegd een man.
“Hi,” zei ik stil en ik begon hem te bekijken. Hij was zeker 2 meter groot en had een donkere huid. Hij droeg enkel shorts, waardoor ik zag dat hij goed gespierd was. Hij had minstens een sixpack. Ik begon hoger te kijken en zag dat hij kort zwart haar had. Dan keek ik in zijn ogen en plots stond de wereld stil. Hij had bruinzwarte ogen waarin ik kon verdrinken. Ik had ook het gevoel dat ik dichter bij hem wilde zijn.
“Spring alsjeblieft niet. Die sprong overleef je niet,” smeekte hij. Goed om weten, dat was de bedoeling dacht ik bij mijzelf. Hij wandelde naar me toe en keek over de oceaan. Ik volgde zijn voorbeeld.
“Dit is niet de oplossing,” zei hij op een toon alsof hij wist wat ik werkelijk van plan was. Ik keek naar hem en keek recht in zijn ogen, waarin ik alweer verdronk. “Er zijn vrienden en familie die je zullen missen.”
“Ik heb geen familie,” zei ik emotieloos.
“En vrienden?” vroeg hij en ik voelde hem naar mij kijken.
“Mijn beste vriendin haat mij en ik kan haar nog begrijpen ook.”
“Ze meent het waarschijnlijk niet.” Ik ging terug zitten en de man volgde mijn voorbeeld.
“Hoe weet jij dat nu? Je kent me niet eens.”
“Dat is waar. Laten we opnieuw beginnen.” Hij reikte zijn hand naar me uit. “Jacob Black.”
“Audrey Verhoeven,” antwoordde ik toen ik zijn hand nam. Het voelde veel warmer aan dan normaal. “Wow, je voelt erg warm aan. Volgens mij heb je koorts,” zei ik bezorgd.
“Dat is normaal bij mij.” Plotseling klonk er wolvengehuil. Jacob keek richting het geluid en stond dan op. “Sorry, maar ik moet gaan. Ik hoop je zeker nog eens te zien.” Hij nam mijn hand vast en trok me recht. Plotseling gaf hij mij een knuffel. “Tot ziens.” Hij wandelde weg en ik keek over mijn schouder.
“Dat was raar,” mompelde ik tegen mezelf. “Waarom voel ik me zo tot hem aangetrokken?” Ik keek naar boven en ik voelde tranen over mijn wangen lopen. “Niemand kan me tegenhouden om bij jouw te zijn. Zelfs geen jongen.” Ik keek nog even over de oceaan en sprong dan van de klif. De golven overwonnen me al snel en ik deed geen moeite om terug boven te komen. Plots raakte mijn hoofd iets hard en het werd zwart voor mijn ogen.
JacobPOV
Patrouille was weer rustig en ik lag al snel te slapen. Ik droomde over iemand, maar ik kon de persoon zijn gezicht niet zien. Het bleef een onbekende voor mij. In de verte klonk er een ringtone en ik volgde het geluid. Dan schrok ik recht en besefte ik, dat het mijn GSM was.
“Hallo,” antwoordde ik slaperig.
“Jake, Bella hier.” zei een hysterische Bella. “We denken dat het meisje, Audrey, morgen gaat springen.” Ze klonk erg onzeker.
“Zeker?” vroeg ik. Ik moest zeker weten, dat ze me niet voor niets naar de kliffen stuurde.
“Neen, maar ik hou je op de hoogte. Als er iets verandert, dan weet je het.”
“Oké.”
“Jake, bedankt.”
“Graag gedaan.” Er kwam geen antwoord meer en ik kreeg dan een kiestoon te horen. Ik zuchtte en ging terug naar mijn bed. Al gauw zat ik weer in die vreemde droom.
XXX
Na een korte nacht besloot ik terug te gaan patrouilleren. Ik besloot naar de kliffen te gaan, zo kon ik twee dingen tegelijk doen. Er kwamen voetstappen aan en ik keek in die richting. Een meisje met blond, bruin haar wandelde naar de rand van de kliffen en zette zich neer. Ik vroeg me af of dit het meisje was dat Bella bedoelde. Ik had nooit een beschrijving gevraagd en was dus niet zeker. Ze bleef een tijdlang zitten en over de oceaan kijken. Het meisje stond dan recht, keek naar de hemel en wilde dan springen. Ik besloot om in te grijpen.
“Wacht! Niet doen. Het is te gevaarlijk!” riep ik. Ze draaide zich om en begon me aan te kijken. Ik deed hetzelfde bij haar. Ze had een jeans aan en een geel truitje. Haar haar hing los over haar schouders. Ze had een mooi, prachtig gezicht en ik begon in haar ogen te kijken. De wereld begon stil te staan en het meisje dat voor me stond, was het enige wat telde voor mij. Ze had prachtige bruine ogen waarin ik recht in haar ziel keek. Ik begon te beseffen dat zij mijn imprint was. Bella had dan toch gelijk. Ik had hierbij gemengde gevoelens. Al die jaren dacht ik dat Bella mijn ware was, maar nu ik hiervoor het knappe meisje stond, begon ik te twijfelen. Ik zou beginnen met haar beter te leren kennen en haar vriend te zijn.
“Spring alsjeblieft niet. Die sprong overleef je niet,” smeekte ik. In haar blik kon ik zien dat het haar bedoeling was om niet te overleven. “Dit is niet de oplossing. Er zijn vrienden en familie die je zullen missen.” ging ik verder.
“Ik heb geen familie.” Ze klonk emotieloos. Ze wilde duidelijk niet meer leven.
“En vrienden?” vroeg ik en ik keek naar haar. Ze bleef mijn blik ontwijken.
“Mijn beste vriendin haat mij en ik kan haar nog begrijpen ook.”
“Ze meent het waarschijnlijk niet.” Ze ging zitten en ik volgde haar voorbeeld.
“Hoe weet jij dat nu? Je kent me niet eens.”
“Dat is waar. Laten we opnieuw beginnen. Jacob Black.” Ik reikte mijn hand naar haar uit.
“Audrey Verhoeven,” antwoordde ze toen ze mijn hand nam. “Wow, je voelt erg warm aan. Volgens mij heb je koorts.” Ze klonk bezorgd.
“Dat is normaal bij mij.” Plotseling hoorde ik iemand van mijn roedel huilen. Ik keek naar het bos en begon recht te staan. “Sorry, maar ik moet gaan. Ik hoop je zeker nog eens te zien.” Ik nam haar hand vast en trok haar recht. Dan besloot ik om haar een knuffel te geven. “Tot ziens.” Ik draaide me om en wandelde van haar weg. Ik voelde haar blik op mijn rug en het koste me alle moeite van de wereld om niet terug te lopen.
XXX
Seth had mij geroepen omdat er blijkbaar iemand aan het transformeren was.
Wie? vroeg ik aan hem.
Nick Hall. Zijn ouders waren gelukkig niet thuis. Dat was inderdaad een geluk. Niet iedereen wist dat er wolven waren.
Ik hoop dat hij geen kopie van Jared is, dacht Leah.
Waarom niet? Kunnen we nog is lachen, antwoordde Colin. Ik was ondertussen aangekomen aan het huis van de Halls. Het was raar om een achterkleinzoon van Jared alles te vertellen. Ik wandelde het huis in en vond Nick in zijn kamer.
“Jacob?” vroeg hij met paniek in zijn stem. “Wat gebeurt er met mij?”
“Ik zal het direct uitleggen, maar probeer eerst te kalmeren,” zei ik kalm.
“Het lukt me niet. Ik haat mijn zus zo hard. Ze heeft alweer mijn motor meegenomen.” Dit ging nog moeilijk worden. Ik moest hem naar buiten lokken.
“Nick, ik denk dat we beter naar het bos kunnen gaan. Dit is niet de plaats om alles uit te leggen.” Ik wandelde naar buiten en naar het bos dat achter zijn huis ligt. Ik hoorde Nick duidelijk volgen. Ik wist dat er wolven zouden komen, maar zo snel had ik het niet verwacht.” De andere vijf wolven volgden ons naar een open veld, maar bleven uit het zicht. Het was niet nodig om Nick te laten schrikken.
“Jacob, komaan vertel me wat er aan de hand is!” riep Nick.
“Nick, wat er nu gaat gebeuren gaat in het begin zeer pijnlijk zijn.” De transformatie moest nu gebeuren en ik had maar één manier. “Vertel me wat je zus gedaan heeft.”
“Ik lag te slapen, want ik voelde me al een paar dagen niet goed. Ik heb nogal een hoge temperatuur,” begon hij te vertellen. “Ik werd wakker van een motorgeluid en ging kijken. Lesley reed net weg met mijn motor. Ze weet dat ze er niet mag aankomen. Die motor is mijn baby.” Ik moest mijn lach inhouden, want het was gewoon grappig hoe hij over zijn motor praatte.
“En dan wat?” vroeg ik.
“Ik belde haar en toen ze opnam zei ze gewoon. ‘Ik had hem dringend nodig.’ Simpel als dat. Ik kon mijn oren niet geloven. Ze doet altijd of ze beter is dan mij.” Nick begon te trillen, het was duidelijk dat de woede door zijn hele lichaam vloeide. Het zal niet veel langer meer duren. “Ze is 2 minuten ouder en ze denkt dat ze me kan commanderen. Ik haat haar.” Plotseling stond er een grijsbruine wolf voor mijn neus. Ik besloot ook te transformeren.
Shit, waarom sta ik hier op 4 poten. En wat hoor ik allemaal. Dit is niet normaal. Ik word gek. Ik moet naar een gesticht. Nick wandelde naar een meer dat in het veld lag en keek naar zijn spiegelbeeld. Ik zie eruit als een wolf. Hij begon rond te kijken en zag mij staan. Jacob?
Nick, ik weet dat dit schrikken is, maar je bent een weerwolf. Op dat moment kwam de rest van de roedel tevoorschijn.
Welkom bij de roedel. zei Seth en de rest volgde hem al gauw.
Het is misschien ongelooflijk, maar waar. zei Brady. Hij was blij dat hij niet meer de jongste wolf was.
Hoe wordt ik terug normaal? vroeg Nick.
Denk aan kalme gedachten. Dus niet aan je zus. antwoordde ik. Het duurde een paar minuten totdat hij gekalmeerd was en dat hij terug in een mens was getransformeerd. Seth, in zijn menselijke vorm, was ondertussen kleren gaan halen, zodat Nick zich weer kon aankleden. Ik besloot om zelf ook te transformeren. Ik wilde net alles uitleggen toen mijn GSM ging af . Ik keek naar het schermpje. ‘Bella.’
“Bella?” vroeg ik bezorgd, want er was maar één reden waarom ze zou bellen.
“Ze springt,” zei ze. “Ga direct terug naar die klif.” Ik hing op, transformeerde en begon te rennen.
De afstand was niet groot, maar als mens had ik er waarschijnlijk 10 minuten langer over gedaan. Seth was ook terug getransformeerd en zag mijn ontmoeting met Audrey. Hij wou ook helpen.
Bedankt, Seth. Ik bleef rennen en kwam eindelijk aan op de klif, maar er was niemand te bespeuren. Ik transformeerden terug naar mens.
“Shit!” riep ik over de oceaan. Er was één mogelijkheid en ik moest snel zijn. Seth stond nog altijd in zijn wolvenvorm in de oceaan te kijken.
“Verwittig de Cullens. Ik denk dat we Carlisle nodig gaan hebben,” zei ik tegen hem. Hij gaf een knik en begon daarna terug naar huis te rennen. Ik rende toen achteruit en liep dan met volle snelheid naar de rand van de klif om te springen. Eenmaal in het water begon ik te zoeken naar Audrey. Ik wist dat ze niet boven zou komen dus hield ik mijn adem in en begon dieper te zwemmen. Ik zag een schim in het water en zwom er naar toe. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat het Audrey was en ze lag bewusteloos. Ik had niet meer veel tijd. Ik nam haar stevig vast en trok haar naar het strand. Gelukkig was het voor mij niet vermoeiend. Ik legde haar op haar rug op het zand en voelde naar haar pols. Ik voelde dat ze een heel zwakke pols had en begon direct EHBO toe te passen. Ik hoopte echt dat ze het ging halen.
“Jacob, de Cullens zijn verwittigd, maar ze mogen niet over de grens!” riep Seth toen hij kwam aangelopen.
“Juist. Bel ze en zeg dat we Audrey naar hun gaan brengen. We zijn er over 10 minuten.” Ik nam haar in mijn armen en liep naar mijn wagen. “Jij rijdt.” Ik stapte achterin en legde Audrey’s hoofd op mijn schoot. Ze is mijn imprint, ze moet het halen. Seth negeerde duidelijk alle verkeersregels en duwde hard op het gaspedaal. Ik denk dat we er nog geen 10 minuten over gedaan hebben. Ik gaf Audrey aan Seth en stapte uit. Toen we bij de deur stonden, vloog die open en zagen we een bezorgde Bella.
“Ik heb geprobeerd om sneller te gaan, maar ze moest al gesprongen zijn voor ik jouw telefoontje kreeg,” legde ik uit. Ze schudde haar hoofd en leidde me naar binnen. Waar alles al klaar stond.
“Jacob, wat is er gebeurd?” vroeg Carlisle. Ik stond echt op ontploffen. Wie stelt er nu zo’n domme vraag? Is dat niet duidelijk? Edward keek naar me en schudde zijn hoofd. Het was duidelijk dat hij niet wilde dat ik een wolf werd.
“Ze is van een klif gesprongen. Ik dacht op tijd te zijn, maar was te laat. Ze lag bewusteloos in het water. Ik heb al EHBO toegepast, maar ze komt niet bij. Alsjeblieft, Carlisle, red haar,” smeekte ik.
“Ik doe alles wat ik kan,” antwoordde hij. Hij begon haar te onderzoeken. Het water was inmiddels uit haar longen, maar ze had een diepe snede in haar achterhoofd. Ergens tijdens het verdrinken had ze met haar hoofd een rots geraakt. Ik had het bloed nog niet opgemerkt, maar toen zag ik dat enkel Bella en Carlisle in de woonkamer waren. Ik keek naar mezelf en zag dat mijn short vol bloed hing.
“Shit, die kunnen bij het vuilnis,” mompelde ik. Alice stond plotseling voor mij met nieuwe shorts.
“Ze waren van Emmett, hopelijk passen ze je.” Nog voor ik haar kon bedanken, was ze verdwenen. Ik rook aan de shorts en viel bijna flauw van de stank. Toch was ik er blij voor.
“Ze kan het best naar het ziekenhuis,” zei Carlisle ineens. Ik keek hem aan. “Ze zal een paar dagen bewusteloos blijven. Haar brein probeert zich te beschermen.”
“Hoe lang?” vroeg ik.
“Dat kan ik bepalen in het ziekenhuis. Ik zal tests moeten doen.” Bella nam Audrey in haar armen en bracht haar naar de zwarte Mercedes. Carlisle ging achter het stuur zitten en ik in de passagiersstoel, omdat Bella achterin zat met mijn imprint
“Jacob, waarom ben je zo bezorgd?” vroeg Bella na een lange stilte. Ik wist niet goed of ik het haar kon vertellen.
“Je bent haar imprint.” Het was geen vraag. Ik keek naar Carlisle en dan naar Audrey.
“Toen ik op de klif stond te wachten op het meisje dat jullie wilde beschermen, kwam ze aangewandeld. Ik was niet zeker of zij het was, omdat ze gewoon ging zitten. Na 5 à 10 minuten stond ze recht en wilde ze springen. Ik hield haar tegen. Ze draaide zich om en toen ik in haar ogen keek, stopte de wereld met draaien. Zij was de enige die telde,” vertelde ik. Zowel Carlisle als Bella waren aandachtig aan het luisteren. “Ik weet niet waarom ze sprong, maar ik zal er alles aan doen om haar te redden.” Bella keek me met een kleine glimlach aan.
“Jacob, haar verhaal is veel ingewikkelder dan je denkt. Ik ga het je niet vertellen, want het is niet mijn verhaal, maar weet dat ze het nog lang heel moeilijk gaat hebben.” Ik wist dat er een reden moest zijn, maar was niet zeker of ik die reden wilde weten. “Ze is misschien je imprint, maar dat hield haar blijkbaar niet tegen.” Ik besefte dat maar al te goed. Ik hoop echt dat ze het overleeft.
XXX
Een halfuur later was ik in de wachtkamer van de spoed aan het wachten. Bella zat rustig op een stoel.
“Jake, ga zitten en kalmeer.” Ik keek naar haar en begreep niet waarom ze zo kalm was. “Het komt in orde en met me zenuwachtig te maken, gaat het niet sneller.” zei ze alsof ze wist wat ik dacht.
“Jake, Bella.” Carlisle kwam de wachtkamer binnengewandeld.
“Carlisle, wat is er aan de hand?” vroeg Bella.
“Haar longen zijn lichtjes beschadigd, maar niets erg. Het zoute water dat in haar longen kwam, hebben we kunnen weghalen,” begon hij. Het klonk in ieder geval positief. “De hoofdwonde was iets anders. Die hebben we moeten hechten. Haar brein beschermd haar en daardoor is ze in een coma. Hoe lang die duurt is afwachten.” Ik wist niet wat ik hoorde. Ze lag in een coma en niemand wist hoe lang die ging duren.
“Carlisle, kunnen we haar zien?” vroeg Bella.
“Natuurlijk. Volg mij maar.” Carlisle verliet de wachtkamer en ik volgde hem op de voet. Hij leidde ons naar een kamer op de eerste verdieping. Ik wandelde heel voorzichtig de kamer binnen en hoorde het piepen van de hartmachine.
“Waarom ben je niet gewoon weggegaan?” fluisterde ik. Ik hoorde iets trillen en keek om te zien waar het vandaan kwam. Bella stond in een hoek van de kamer en had haar GSM vast.
“Bella Masen.” Masen? Oké, dat is raar, ik dacht het Swan of Cullen zijn. Ik hoorde iemand huilend iets zeggen, maar ik kon het niet goed verstaan. “Julie, kalmeer eerst.” Julie? Ik kan het totaal niet meer volgen. Bella verliet de kamer, maar ik kon de conversatie duidelijk horen.
“Ze is verdwenen,” huilde Julie. “We hadden een discussie over Bart en het auto-ongeval en ze wilde alleen zijn. Ik heb haar al meer dan 3 uur niet gezien.”
“Julie, over wie heb je het?” vroeg Bella, maar ik denk dat ze het wist.
“Audrey, Bella. Ik heb het over Audrey.” Ik hapte naar adem. Dat meisje kende deze knappe verschijning en wist niet waar ze was. Ze klonk zo ongerust.
“Kijk, Carlisle werkt op dit moment in het ziekenhuis. Ik zal hem bellen. Trouwens, waar waren jullie? Het was school vandaag.”
“Audrey moest er even tussen uit,” antwoordde ze.
“Ik bel je zo snel mogelijk terug.” Ze kwam enkele tellen later terug binnen gewandeld.
“Waarom vertelde je haar de waarheid niet?” vroeg ik haar.
“Oh ja Jake, de waarheid die zal goed gaan. Ja Julie, ik wist dat ze ging springen en heb een vriend op haar afgestuurd. Uiteindelijk sprong ze toch en kwam die vriend met haar bewusteloze lichaam naar ons huis. Waar mijn vader besloot om haar naar het ziekenhuis te brengen.” Ze klonk heel sarcastisch. “Ja, de waarheid zou heel goed gaan.” De deur werd opengeduwd en een voorzichtige Edward kwam binnengewandeld.
“Hey schat.” Hij nam Bella stevig vast en keek dan naar de bewusteloze Audrey . “Ze heeft zelfs geen gedachten meer.”
“Wat!” riep ik. “Is ze?” Ik durfde het zelfs niet uit te spreken.
“Neen, maar toen je haar naar ons huis bracht droomde ze nog. Nu is alles zwart,” legde Edward uit. Ik haalde opgelucht adem. Ik voelde Edwards blik op mij gericht. “Ze is je imprint.” Ik kon enkel knikken.
“Ze is mijn wereld nu,” zei ik na een tijdje. “Het is raar om te imprinten.” Bella en Edward glimlachten naar mij.
“Ik zei het je toch.”
“Ja, je hebt het mij gezegd, maar ik ben koppig dat weet je.” Ik keek naar Audrey, ik kon niet geloven dat vandaag mijn wereld veranderd was. Dat zij nu het middelpunt van mijn belangstelling was. Vandaag startte voor mij een nieuwe toekomst en ik hoopte dat het één was met Audrey erin.
UnknownPOV
Een vampier was ik. Ja, ik kon het ook moeilijk geloven. Toen de Denalicoven me alles probeerde uit te leggen, begon ik gewoon te lachen. Het heeft 24 uur geduurd voor ik alles begon te geloven. Irina had me in een autocrash gevonden. Ze hoorde hoe zwak mijn hartslag was en besloot mij te veranderen. Ondertussen belde ze haar familie en die kwamen mee alles in scene zetten. Dit was nodig, omdat bij mij in de auto een meisje zat en die zou het ongeval wel overleven.
Ze hadden haar uit de wagen gehaald, terwijl Irina mij naar hun huis, in Brussel rende. Tanya had een dodelijk slachtoffer gevonden en hem in mijn plaats in de wagen gelegd. Daarna hadden ze de wagen in brand gestoken. Eleazar bleef bij de wagen toen de hulpdiensten kwamen en vertelde de politie het hele verhaal. Dat hij aankwam toen hij het ongeval zag gebeuren, dat hij het meisje kon redden, maar toen hij mij uit de wagen wilde halen, alles ontplofte. Toen ze me vroegen wie het meisje was, kon ik ze niets vertellen. Ik wist niets meer van mijn menselijk leven.
Ik zat op mijn bed naar een foto te kijken die in mijn broekzak gezeten zou hebben. Het was van een meisje en mij, maar het bracht geen herinneringen terug. Ik zag wel dat het meisje mij liefdevol aankeek. Ze had blond, bruin haar en had me in een knuffel en kuste me op de mond.
“Maat, alweer naar die foto aan het kijken.” Garrett was de man van Kate. Ze kwamen elkaar tegen toen ze aan het jagen waren. Kate op een luipaard en Garrett op mensen. Garrett wilde iets nieuw proberen en volgde Kate haar manier van leven. Ze waren nu al 40 jaar getrouwd.
“Ik zou gewoon willen weten wie ze is,” zei ik tegen hem.
“Je weet dat je daarmee Tanya kwetst.” Tanya, de liefde van mijn vampierenleven. Toen ik mijn ogen opendeed en haar aankeek, was het alsof de wereld stilstond. Ze steunde me door dik en dun en hielp me zelfs tegen mijn bloedlust te vechten. Ik was nu bijna 8 maanden een vampier en ik wist dat ik nog een lange weg te gaan had.
Toch voelde het alsof er nog iets ontbrak. Wist ik maar wat dat was.
“Ik weet het, maar het is wel mijn verleden. Heb ik geen recht om het te weten?” vroeg ik hem.
“Laurens, natuurlijk heb je het recht om je verleden te kennen,” antwoordde Tanya. Ze stond bij de deur naar mij te kijken. “Misschien moeten we terug gaan.”
“Nee, ik vind het leuk hier in Alaska.” Ze kwam naast me zitten en ik glimlachte naar haar. “Ik denk dat ik mijn verleden moet achterlaten.” Tanya kuste me teder op mijn lippen.
“Je moet je verleden niet achterlaten, maar misschien moet je gewoon naar de toekomst kijken.” Ik kuste haar terug.
“Je hebt gelijk.” Ik legde de foto in de lade van ons nachttafel en nam Tanya vast.
“Dan vind je het misschien leuk om familie van ons te gaan bezoeken?” vroeg ze.
“Bedoel je de Cullens?” Tanya glimlachte naar me en stond op.
“Ja en we vertrekken morgenavond.” Ik volgde haar voorbeeld en hielp haar mee onze koffers te pakken. De Denali’s hadden me alles over de Cullens verteld. Ze leefden net zoals ons van dierenbloed. Ze waren met acht vampieren. Tanya bekende zelfs dat ze een boontje had voor Edward, tot die 100 jaar geleden verliefd werd op een mensenmeisje, Bella Swan. Ze waren nu gelukkig getrouwd en waren terug naar haar geboorteplaats gegaan, Forks. Daar gaan we nu ook naartoe en ik kon niet wachten tot ik iedereen ontmoette.