Nadat ik naar Bella gebeld had, besloot ik de wagen van Audrey naar de Newtons te rijden. Ik had de wagen geparkeerd en bleef nog even zitten. Ik maakte me echt zorgen om Audrey. Ze was gaan wandelen en nooit meer teruggekomen. Ik had uren op het strand op haar staan wachten.
*FLASHBACK*
Audrey had net gezegd dat ze liever dood was dan dat ze nog leefde. Ik kon mijn oren niet geloven en ik moest uit die kleine ruimte. Ik stapte uit en sloeg de deur woedend dicht.“Julie, wacht!” hoorde ik haar roepen en ik besloot mijn gedachten eens te zeggen.
“Waarom zeg je zoiets? WAAROM?” gilde ik.
“Het is de waarheid. Bart heeft mij gered en als hij dat niet had gedaan, dan was ik er niet meer.” Ze moest eindelijk de waarheid weten. Mijn ouders hadden de waarheid altijd verzwegen, omdat ze schrik hadden dat ze dan compleet gek zou worden. Ik denk dat ze zonder die waarheid ook gek was geworden, maar ze moest het weten. Ze moest weten dat ik zowel mijn broer als mijn beste vriendin had verloren als Bart haar niet beschermd had.
“Neen, dan waren jullie er alle twee niet meer. Mijn ouders hebben het altijd voor je verzwegen, maar de politie ontdekte dat als Bart je niet had beschermd, dat je op slag dood geweest zou zijn.” Ik begon ondertussen te huilen. “Je had geen gordel om, Audrey. Je zou uit de wagen zijn geslingerd als Bart je niet beschermde. Bart zou de volledige impact gehad hebben, omdat de andere wagen langs zijn kant inreed.” Ze bleef een tijd stil en ik wist dat ze het probeerde te herinneren.
“Ik moet even alleen zijn. Ik ga wat wandelen.” fluisterde ze voor ze zich omdraaide en wegwandelde. Ik besloot om naar het strand te wandelen en na te denken over de afgelopen 7 maanden.
*FLASHBACK*
Dat was nu meer dan 3 uur geleden en ik begon me echt wel zorgen te maken. Het ergste was dat het nog niet de volledige waarheid was. Een man had haar uit de wagen kunnen redden, maar net toen hij Bart eruit wilde halen, ontplofte alles. Hij was onherkenbaar verbrand. Ik herinner nog goed hoe ze mijn ouders vroegen om naar het mortuarium te komen om hem te identificeren.
*FLASHBACK*
Ik zat rustig naar tv te kijken en te wachten op mijn favoriete broer. Bart was met mijn beste vriendin, Audrey, naar het duurste restaurant van Antwerpen geweest. Ze waren bijna 3 jaar samen en wilden dit vieren. Hij zou nu elk moment thuiskomen. De deurbel ging en ik vroeg me af waarom hij belde als hij een sleutel had. Ik liep naar de voordeur en toen ik die opende, zag ik twee mensen in een politie-uniform staan.“Juffrouw, zijn je ouders thuis?” vroeg de vrouwelijke agent. Ik knikte en liet ze passeren. Ik bracht ze naar de woonkamer.
“Ik ga ze halen,” zei ik toen ik naar de keuken wandelde. “Mam, pap. Er zijn twee agenten in de woonkamer. Ze willen met jullie spreken.” Mam keek me vragend aan, maar besloot toch om me te volgen.
“Mevrouw Vercauteren?” vroeg de andere agent. “Ik ben inspecteur Peeters en dit is mijn collega, inspecteur Verhaegen.”
“Ja, waarmee kan ik jullie helpen?” vroeg mam. Ondertussen was mijn vader al achter haar komen staan.
“Het gaat om uw zoon en zijn vriendin.”
“Zijn verloofde,” verbeterde mijn vader. “En wat is er met hen?”
“Ze waren betrokken in een zwaar ongeval.” Ik hapte naar adem. “Het meisje heeft het overleefd, maar uw zoon niet,” zei inspecteur Verhaegen met een bezorgde stem.
“We moeten u meenemen naar het mortuarium om hem te identificeren.” Ik keek naar mijn ouders. Mijn moeder had zich omgedraaid in de armen van mijn vader en was aan het huilen.
“Hoe?” vroeg mijn vader.
“Een dronken chauffeur reed door het rood. Een man zag het ongeval gebeuren, maar kon geen details vertellen. Hij was in shock,” legde inspecteur Peeters uit. “Hij kon uw zoons verloofde redden, maar net toen hij uw zoon uit de wagen wilde halen, is de benzinetank ontploft. De nummerplaten wijzen uit dat het de wagen van uw zoon is, maar zijn lichaam is onherkenbaar verbrand. Zijn papieren waren ook verbrand.” Ik kon dit niet meer aanhoren en liep weg.
*FLASHBACK*
Ik besloot uiteindelijk naar binnen te gaan. Nog voor ik goed en wel binnengewandeld was, stormde mijn moeder naar me toe.
“Waar was je?” schreeuwde ze. “De school belde om te melden dat jij en Audrey niet aanwezig waren.” Dit zou niet goed komen. Als ze al zo kwaad was, omdat we niet naar school zijn gegaan, wat zou het dan zijn dat ze hoorde dat Audrey vermist was.
“Audrey had geen zin om naar school te gaan en we zijn naar La Push gereden,” legde ik uit en ik hoopte dat ze niet kwader zou worden.
“Julie, je had Audrey moeten overtuigen om naar school te gaan in plaats van met haar mee te doen. De bedoeling is dat ze terug de oude wordt,” zei mijn vader vanuit het deurgat. “Waar is ze eigenlijk?” Dit was de vraag die ik vreesde.
“Euhm…” Ik moest dit subtiel naar voor brengen. “Ja, dat is eigenlijk een heel goede vraag. En ik moet bekennen dat ik daar het antwoord niet op weet.”
“WAT!” gilde mijn moeder.
“Ja, ze ging wandelen en ik heb haar niet meer terug gezien.”
“Julie, ik dacht dat je toch verstandiger was dan dat,” zei mijn vader. Ik voelde me plotseling wel heel schuldig.
“Ik weet dat ik haar had moeten nagaan, maar ze wilde even alleen zijn.”
“Waarom wilde ze alleen zijn?” vroeg mijn moeder.
“Ik heb haar verteld dat als Bart haar niet beschermd had, dat ze samen met hem gestorven zou zijn, doordat ze haar gordel niet omhad.” Mijn ouders hapten geschrokken naar adem.
“Waarom?” vroeg mijn moeder. “Waarom moet je haar zo kwetsen? Heeft ze het nog niet moeilijk genoeg?”
“Moeilijk genoeg?” schreeuwde ik. “En wij dan? Hebben wij het dan ook niet moeilijk genoeg? Hij was verdomme onze familie. Jullie zoon en mijn broer.”
“En Audrey’s verloofde,” zei mijn vader kalm. “Bart was haar eerste liefde. Ze gaat daar nog over geraken, maar op dit moment is ze dat nog niet en wij moeten haar helpen.” Ik wist dat mijn vader gelijk had.
“Sorry.” Dan ging mijn GSM en ik keek naar het nummer. “Een minuutje,” zei ik tegen mijn ouders voor ik opnam. “Bella, heb je nieuws?”
“Ze ligt in het ziekenhuis,” antwoordde ze. “Ze is van een klif gesprongen en een familievriend heeft haar kunnen redden.” Ik wist niet goed wat ik hoorde.
“Was het…?” Ik kreeg het woord ‘Zelfmoord’ zelfs niet over mijn lippen.
“We denken van wel, maar we zijn niet zeker.”
“Ik kom direct naar het ziekenhuis. Hoe gaat het met haar?”
“Redelijk. Ze ligt in een coma en we weten niet voor hoelang.” Dit was niet wat ik wilde horen.
“We zijn er over 10 minuten,” zei ik tegen haar en ik hing meteen op. “We moeten naar het ziekenhuis. Audrey ligt in een coma.”
“Oh mijn god. Is het erg?” vroeg mijn moeder. Audrey was voor haar altijd een tweede dochter en ze kon niet wachten tot ze de vrouw van mijn broer werd.
“Blijkbaar niet, maar we kunnen beter naar daar gaan.” Ik liep naar Audrey’s wagen en stapte in. Mijn ouders volgden mijn voorbeeld. Ik startte de wagen en duwde algauw op het gaspedaal. Ik hoopte dat het niet al te ernstig was.
BellaPOV
Jacob zat op een stoel naast het bed van Audrey en volgens Edward had hij alleen maar bezorgde gedachten.
Edward, hij moet naar huis. Hij zit al bijna een uur hier. dacht ik tot Edward. Hij keek me aan met een blik dat hij het met me eens was.
“Jacob, je kunt misschien beter even naar huis gaan. Je gaan douchen en omkleden,” zei Edward. Jacob keek Edward enkel aan en keek dan terug naar de slapende Audrey.
“Hoe zijn haar gedachten?” vroeg hij na een paar minuten.
“Nog altijd blank. Maak je geen zorgen. Als er iets gebeurt, zullen we je zeker iets laten weten.” Ik ging naar de deur en keek eerst naar mijn man en dan naar mijn beste vriend.
“Ik ga Julie bellen. Ze heeft al lang genoeg gewacht,” zei ik en ik wandelde verder naar buiten. Ik nam mijn GSM en draaide Julie’s nummer.
“Bella, heb je nieuws?” vroeg een overbezorgde Julie.
“Ze ligt in het ziekenhuis. Ze is van een klif gesprongen en een familievriend heeft haar kunnen redden,” antwoordde ik. Ik wist meteen wat ze nu aan het denken was.
“Was het…?” Het was duidelijk dat ze het niet hard op wilde zeggen.
“We denken van wel, maar we zijn niet zeker.”
“Ik kom direct naar het ziekenhuis. Hoe gaat het met haar?” vroeg Julie.
“Redelijk. Ze ligt in een coma en we weten niet voor hoelang.” Ik keek om mij heen en zag dat mensen mij vies aankeken, omdat ik mijn GSM gebruikte.
“We zijn er over 10 minuten,” zei ze voor ik een kiestoon kreeg. Ik stak mijn GSM weg en zocht naar Carlisle. Ik vond hem in zijn kantoor.
“Hallo Carlisle,” zei ik tegen hem. “Julie en haar ouders komen naar het ziekenhuis.”
“En hoe namen ze het nieuws op?”
“Julie klonk kalm, maar ik denk dat ze vanbinnen bijna ontplofte van de zenuwen. Blijkbaar had Audrey haar gezegd dat ze ging wandelen.”
“Audrey is blijkbaar goed in mensen misleiden. Ze heeft zelfs Jacob misleid.” Ik dacht erover na en begon me af te vragen waarom ze toch gesprongen was.
“Weet jij iets over imprinten?” vroeg ik aan mijn adoptievader.
“Niet veel, maar waarom moet je dat weten?”
“Omdat ik me afvroeg waarom ze toch gesprongen is nadat ze Jacobs imprint was geworden.”
“Daar kan ik helaas niet op antwoorden.” Er klonk plots veel rumoer in de hal en we besloten te gaan kijken en zagen Leah tegen een verpleegster roepen.
“Waar is die bloedzuiger die hier werkt?” Ik wandelde naar haar toe en leidde haar naar Carlisle’s kantoor.
“Kalmeer Leah. Niet heel Forks hoeft te weten dat we bloedzuigers zijn,” lachte ik, maar blijkbaar kon Leah er niet om lachen.
“Ik wil Jake zien,” eiste ze. Ik keek naar Carlisle en liep dan naar de deur.
“Volg mij,” zei ik en ik ging naar Audrey’s kamer. “Hier is hij.” Ze wandelde alleen binnen en ik ging terug naar Carlisle.
“Zijn Julie en haar ouders hier al?” vroeg ik. Carlisle schudde enkel zijn hoofd.
“Dr. Cullen in kamer 154 gevraagd. Code rood in 154.” klonk het over de luidsprekers.
“Carlisle, dat is Audrey haar kamer,” zei ik. We sprongen allebei recht en liepen bijna sneller dan de mensensnelheid naar de kamer. Toen we binnenkwamen waren twee verpleegsters bezig Audrey te reanimeren en ik keek naar het hartritmetoestel. ‘Flatline’. Fantastisch.
“Carlisle, wat is er aan de hand?” vroeg Jake in paniek. Edward was niet meer in de kamer en ik vroeg me af waar hij was. Ik keek terug naar het tafereel dat zich afspeelde en zag dat Carlisle ondertussen begonnen was om Audrey te reanimeren. Leah probeerde een trillende Jake te kalmeren. “Jake, het komt in orde,” fluisterde ze. “Ze haalt het. Denk positief.” Ineens piepte het toestel weer.
“Geef haar nog 1mg adrenaline,” zei Carlisle tegen de verpleegsters en keerde zich dan naar Jake om. “Ik weet niet wat de hartstilstand veroorzaakte, maar we moeten haar nu beter in het oog houden.”
“Zou het stress kunnen zijn?” vroeg ik hem.
“Het is mogelijk, maar ik ben niet zeker. De testen die we morgen doen zullen het moeten uitwijzen.” Ik hoorde voetstappen en drie mensen praten.
“Mam, pap. Het zal wel in orde zijn. Bella zei dat ze in een redelijke toestand was.” Ik keek naar Carlisle en zag dat hij het ook gehoord had. Hij wandelde naar buiten.
“Jake, haar beste vriendin en schoonouders komen er zo aan. Ik denk dat je beter afstand kunt nemen. Ik wil niet dat ze iets verkeerds gaan denken.”
“Schoonouders? Verkeerds?” vroeg hij verwarrend.
“Audrey was verloofd voor ze naar Forks kwam. De ouders van haar verloofde hebben nog goed contact met haar.” Hij knikte enkel en stapte naar een hoek in de kamer. Ondertussen volgde ik het gesprek buiten de kamer.
“Mevrouw en meneer Vercauteren, neem ik aan. Ik ben Dr. Cullen. Ik ben de dokter die Audrey behandelt,” begroette Carlisle Julie’s ouders. “Bella had me verwittigd dat u zou komen.”
“Hoe is het met haar?” vroeg Timothy.
“Ze had niet veel water in haar longen, maar ze had een hoofdwond die we hebben moeten hechten,” legde Carlisle uit.
“Was er nog andere schade?” vroeg Liesbeth.
“Audrey heeft net een hartstilstand gehad.” Ik hoorde drie mensen naar adem happen. “We weten nog niet wat de hartstilstand veroorzaakt heeft, maar dat moeten de testen morgen uitwijzen.”
“Dokter, komt het goed met haar?” vroeg Julie.
“We hopen van wel. We gaan haar heel goed in het oog houden. Op dit moment is ze stabiel.”
“Kunnen we haar zien?” De deur ging open en Timothy, Liesbeth en Julie wandelden voorzichtig binnen.
“Hallo Liesbeth, Timothy. Hallo Julie,” begroette ik hen vriendelijk.
“Hallo Bella,” antwoordden Timothy en Liesbeth.
“Wie zijn dat?” vroeg Julie terwijl ze wees naar Jake en Leah.
“Dit zijn Leah Clearwater en Jacob Black. Jake, dit zijn Timothy, Liesbeth en Julie Vercauteren. Jacob heeft Audrey uit het water gehaald. Hij was aan het wandelen toen hij haar zag springen.”
“Jongen, bedankt. U hebt waarschijnlijk haar leven gered. Weet u misschien of ze opzettelijk sprong?” vroeg Timothy. Jacob schudde zijn hoofd.
“In La Push klifduiken ze regelmatig als hobby.”
“Ha, oké. Toch bedankt voor het redden van mijn schoondochter.”
“Graag gedaan.” Hij wandelde naar de deur. “Tot ziens, Bella.”
“Tot ziens, Jake.” Leah volgde hem naar buiten, maar niet voor mij kwaad aan te staren.
“Ik ga ook maar eens.” Ik wandelde naar buiten en wilde naar de Mercedes wandelen toen ik Edward tegen zijn Volvo zag leunen.
“Carlisle blijft hier nog even,” zei hij toen ik bij hem in de auto stapte. Al gauw waren we onderweg naar ons huis.
XXX
Terug thuis hield Alice ons direct tegen.
“Tanya en haar familie komen naar hier. Ze hebben er een nieuwe vampier bij.”
“Wanneer komen ze?” vroeg Edward.
“Ik heb het visioen net gekregen. Ze zullen hier morgen al zijn.” Tanya en ik waren niet elkaars beste vriendinnen. Ze had een oogje op Edward en volgens mij wilde ze hem nog steeds in haar bed krijgen.
“Verwittig Carlisle, Alice. Bella en ik gaan naar onze kamer.” Edward trok me mee naar onze kamer en legde me voorzichtig neer in ons bed.
“Ik hou van je.” fluisterde ik in zijn oor.
“Ik ook van jou.” Hij begon mij overal te kussen en ik liet hem rustig begaan. Ik wilde even alle problemen rondom ons vergeten.
XXX
We lagen nog na te genieten toen er op de deur werd geklopt. Ik zuchtte en begon me aan te kleden.
“Bella, schat. Blijf nog even liggen. De Denali’s kunnen nog even zonder ons.” Ik glimlachte naar mijn man.
“Edward, wat ben jij voor een gastheer? Een beetje beleefdheid kan geen kwaad. Trouwens daarna kunnen we dan naar ons weiland gaan,” glimlachte ik. Edward liet zijn veelbetekende glimlach zien en ik liet hem achter in onze kamer.
In de woonkamer zag ik de Denali”s zitten. Carmen en Eleazar in de loveseat, Garrett en Kate in de sofa, Irina stond bij het raam en in de laatste zetel zaten Tanya en een jongen. De jongen kwam mij bekend voor, maar ik kon hem niet plaatsen.
“Welkom in Forks,” begroette ik hen. “Hoe was de trip?”
“Goed,” antwoordde Carmen. Ik voelde armen rond mijn middel glijden.
“Hallo,” groette Edward. “En wie is de jongeheer naast je, Tanya?” Die vraag brandde ook op mijn tong.
“Dit hier is Laurens, of althans zo noemen wij hem,” begon Tanya. “Hij weet niets meer van zijn mensenleven, maar toen ik hem zag, wist ik meteen dat hij de ware was.” Ik was zo opgelucht dat ze over Edward heen was.
“Welkom in de familie, Laurens,” zei ik. “Ik hoop dat je je mensenherinneringen terugkrijgt.” Ik bleef het gevoel hebben dat ik hem kende.
De familie praatte bij en ik zat er rustig bij tot mijn GSM ging. Ik verplaatste me naar de keuken om rustig te kunnen bellen, ook al kon mijn hele familie de conversatie volgen.
“Bella Masen.”
“Bella,” antwoordde een huilende Julie. “Ik kan het niet meer aan.”
“Kalm, Julie.” Ze ademde diep in en uit. “Vertel me nu wat er scheelt.”
“Audrey heeft net weer een hartaanval gehad. Je vader kon haar redden, maar hij is niet zeker of dat de laatste was.” Audrey was duidelijk niet stabiel en ik besloot Julie en haar ouders te steunen.
“Julie, ik kom meteen naar het ziekenhuis. Blijf kalm,” zei ik tegen haar voordat ik ophing. Ik wandelde terug naar de woonkamer en keek naar de rest van mijn familie. “Sorry, een vriendin heeft mij nodig. Edward, kan jij Jacob updaten?” Hij knikte en stond dan op. Ik keek iedereen één voor één aan en hield halt bij Laurens. Zijn gezichtsuitdrukkingen waren vreemd, maar wat de reden was kon ik niet zeggen.
“Hoe is het met Audrey?” vroeg Alice. Laurens had een pijnlijke blik in zijn ogen.
“Ze had weer een hartaanval.” Ik wandelde naar de voordeur. “Ik ben vanavond terug.” Ik ging naar mijn wagen en dacht terug aan de pijnlijke blik van Laurens. Er was iets vreemd met hem aan de hand en ik zou uitzoeken wat het was.
LaurensPOV
Tanya en ik hadden, nadat we onze koffers hadden gepakt, besloten om samen te gaan jagen. Eleazar vroeg om zeker op tijd terug te zijn, want we zouden heel vroeg vertrekken. Het jagen ging vlot tot ik een sterkere geur rook. Het was iets wat ik nog nooit had geroken, het was mensenbloed. Ik moest en zou het hebben. Tanya wist niet wat er gebeurde tot ik begon te rennen.
“Laurens,” riep Tanya. “Stop!” Ik negeerde haar compleet en rende op mijn doel af. Ik zag plots mijn slachtoffer. Het was een meisje van een jaar of vier dat blijkbaar verdwaald was. Ik stopte met jagen en keek het meisje aan. Ze had blondbruine haren en blauwe ogen. Het is precies of ze de jongere versie van het meisje op de foto was.
“Laurens,” hoorde ik Tanya opgelucht zeggen. “Gelukkig. Kom we gaan naar huis.” Ze begon me mee te trekken, maar mijn ogen bleven op het kleine meisje.
“Sorry, Tanya,” begon ik. “Ik weet niet wat me bezielde.” We waren bij ons huis aangekomen en ik keek haar schuldig in de ogen.
“Het geeft niets, Laurens. Er is niets gebeurd.” Het klonk misschien niet zo, maar ik wist dat ze me haatte. Tanya wandelde naar binnen en ik bleef verweesd achter.
“Laurens.” Ik keek op en zag een bezorgde Kate naar mij kijken. “Gaat het wel?” Ik knikte en wandelde langs haar naar binnen. In de woonkamer zaten Irina en Garrett naar televisie te kijken, alsof er iets interessants op was.
“Maat, alles in orde?” Irina stond op en wandelde naar buiten. Ik ging naast Garrett zitten.
“Ik heb bijna een mens gebeten.” Garrett wendde zijn blik af en keek me aan.
“Waarom?”
“Ik weet het niet, maar plotseling rook ik het bloed en ik rende er op af,” begon ik te vertellen. “Toen ik haar zag, was het een klein meisje. Ze had blauwe ogen en blondbruin haar.”
“Wacht eens,” hield Garrett mij tegen. “Je was aan het jagen en je had te tijd om te zien hoe ze eruit zag?” Ik haalde mijn schouders op. “Dat moet je kunnen.”
“Garrett, het meisje zag eruit als de jongere versie van het meisje uit de foto,” fluisterde ik. Ik hoopte dat er niemand meer in huis was. “Ik durf het zelfs niet tegen Tanya te zeggen.” Ik dacht er wat langer over na begon te beseffen dat ik bijna een mensenleven had genomen. Ik zou niet weten wat ik gedaan zou hebben als dat meisje niet leek op het meisje van de foto.
XXX
De rit naar de Cullens was stil, heel stil. Tanya had niets tegen mij gezegd na het voorval met het kleine meisje en ik durfde niets zeggen. We passeerden het bord ‘Welcome to Forks’ en keek in het rond. Het was een groene omgeving, perfect voor vampieren. Ook het weer viel mee voor onze soort. Over het hele jaar was er hier maar 3 dagen zon. Ik begreep heel goed waarom de Cullens teruggekeerd waren. Tanya stopte voor een witte villa die heel veel ramen had.
“Wow,” zei ik verbaasd. “Ze wonen wel prachtig.” Tanya reageerde niet en wandelde naar de voordeur. De rest van de familie volgde haar voorbeeld. Eleazar klopte aan en nog geen tel later werd de deur open gezwaaid. Een pixie-uitziende vampier opende de deur.
“Eleazar, eindelijk. Ik dacht dat je nooit zou aankomen. Ik had je beslissing gisteren al gezien,” glimlachte ze.
“Sorry, Alice,” zei Eleazar lachend. “We wilden je niet laten wachten. Is de hele familie er?”
“Neen, Carlisle is in het ziekenhuis. Een patiënt van hem heeft problemen.” Ze zette een stap opzij en liet iedereen binnen. “Je weet waar de woonkamer is. Iedereen is er al, behalve Bella en Edward.” Ik volgde Tanya en ze ging in de zetel zitten, maar toen ik naast haar wilde zitten, nam ze meteen afstand. Irina bleef staan bij het raam. Carmen en Eleazar gingen samen in de loveseat zitten en in de sofa zaten Garrett en Kate. Er kwam een vampier naar beneden.
“Welkom in Forks,” begroette ze ons. “Hoe was de trip?”
“Goed,” antwoordde Carmen haar. Achter haar kwam een andere vampier staan en hij legde zijn armen om haar middel.
“Hallo,” groette hij en keek dan naar Tanya en mij. “En wie is de jongeheer naast je, Tanya?”
“Dit hier is Laurens, of althans zo noemen wij hem,” begon Tanya. “Hij weet niets meer van zijn mensen leven, maar toen ik hem zag, wist ik meteen dat hij de ware was.” Er verscheen opluchting op het gezicht van het meisje in de armen van de jongen. Iedereen begon te praten, maar niet voor de Cullens aan mij voorgesteld werden. De pixie heette Alice en was samen met de blonde Jasper. Dan had je spierbundel Emmett en die was samen met de knappe Rosalie. Het meisje en de jongen die er het laatst bijgekomen waren, heetten Bella en Edward. Dan was er nog de moederfiguur van de familie, Esme. De koppels zaten bij elkaar, maar Tanya deed nog altijd afstandelijk. Ik moet haar er straks is over aanspreken. Plotseling ging er een telefoon en Bella stond op om naar de keuken te wandelen. Ik snapte niet waarom ze dat deed, maar het zal een gewoonte zijn.
“Bella Masen,” zei ze toen ze de telefoon opnam.
“Bella,” antwoordde een meisje. Ze klonk alsof ze huilde. “Ik kan het niet meer aan.” Waarom klonk die stem zo bekend? Zou het iemand van mijn mensenverleden zijn?
“Kalm, Julie.” ‘Julie’. Waar heb ik die naam eerder gehoord? “Vertel me nu wat er scheelt.”
“Audrey heeft net weer een hartaanval gehad. Je vader kon haar redden, maar hij is niet zeker of dat de laatste was.” De naam Audrey deed pijn aan mijn dode hart en ik wist niet eens waarom. Waarom deed het zoveel pijn om die naam te horen? Blijkbaar had Bella al opgehangen, want ze stond weer in de woonkamer.
“Sorry, een vriendin heeft mij nodig. Edward, kan jij Jacob updaten?” Edward knikte en stond recht om dan naar buiten te wandelen.” Bella was iedereen aan het bekijken en ze stopte bij mij. Ze had een vragende blik in haar ogen en plots zag ik iets wazigs voor mijn ogen afspelen.
*FLASHBACK*
Ik zat in een auto en ik hoorde iemand gillen. Ik kon de persoon niet zien door de koplampen die op haar schenen. Ik zag dat de persoon naast mij geen gordel om had en besloot om die te beschermen. Ik deed mijn gordel los en leunde over haar heen. Het werd zwart voor mijn ogen.Toen ik later mijn ogen opendeed zag ik een engel. Was ik in de hemel?
“Kalm maar. Ik ga je redden,” zei de engel. Ik voelde plots een stekende pijn in mijn nek en heel mijn lichaam begon te branden.
*FLASHBACK*
Ik kwam uit de herinnering om te zien dat er niet veel tijd verstreken was.
“Hoe is het met Audrey?” vroeg Alice. Ik kreeg weer een pijnscheut en ik zag dat Bella het gezien had.
“Ze had weer een hartaanval,” antwoordde ze terwijl ze naar de voordeur liep. “Ik ben vanavond terug.” Het duurde nog 10 minuten voor we de auto hoorden wegrijden. Ik stond recht en wilde naar buiten wandelen toen Tanya mij tegenhield.
“Waar ga je naartoe?” Ik keek naar haar en haalde mijn schouders op.
“Rennen.” Ik ging naar buiten en liep dan het bos in.
XXX
Ik weet niet hoelang ik hier zat, maar ik hoorde plotseling iemand naar me toe wandelen. Ik stond op en ging in een verdedigingspositie staan.
“Laurens, kalm.” Tanya kwam de weide ingewandeld en liep naar me toe. “Ik was ongerust.”
Ik kwam uit mijn verdedigingspositie en ging weer zitten.
“Waarom? Je hebt me een hele autorit genegeerd en nu maak je je ineens ongerust.” Ik klonk hard, maar ze moest horen dat het me pijn deed dat ze me negeert.
“Sorry, Laurens,” zei ze stil. “Ik wilde je niet kwetsen, maar ik was gewoon hard geschrokken.” Ik draaide me naar haar om en keek recht in haar ogen. Er was waarheid in te zien. “Ik dacht echt dat je dat meisje zou aanvallen.”
“Tanya, geloof mij,” begon ik, “op dat moment dacht ik ook dat ik haar ging aanvallen. Ik weet niet wat me tegenhield.” Ik wist heel goed wat me tegenhield, maar dat zou ik haar nooit vertellen. “Maar ik had je nodig. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik kon het nu tegenhouden, maar ik weet niet of dat de volgende keer ook zal lukken” Ze legde haar hoofd mijn schouders.
“Misschien kan je beter niet meer alleen gaan jagen.”
“Ik was nu ook niet alleen en je hebt me niet kunnen tegenhouden. De volgende keer kan je me ook niet tegenhouden.” Ze keek me aan.
“Elke situatie is anders, Laurens.”
“Ik wil alleen zijn.” Ik draaide me weg van haar en keek het bos in. Tanya bleef nog enkele tellen zitten en stond dan op.
“Weet dat ik je graag zie,” zei ze voor ze me alleen liet. Ik weet niet waarom, maar ik had het gevoel dat ze daar niet de volledige waarheid sprak. Ik bleef verder nadenken over alles wat de afgelopen zeven maanden gebeurd was. Ik had het gevoel dat ik iets miste, maar ik kon niemand zeggen wat. De naam Audrey was ook iets raars. Ik had constant pijn aan mijn dode hart als die naam hardop werd gezegd. Zelfs nu ik aan de naam denk, doet het pijn. Dan was er nog de herinnering die ik kreeg. Het was iets wazigs, maar het was duidelijk dat het iets met mijn mensenleven te maken had. Ik besloot nog gauw even te gaan jagen en dan naar huis te keren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten