woensdag 4 augustus 2010

Hoofdstuk 6 - Ziekenhuisbezoeken

EdwardPOV

Het klonk raar dat ik vrijwillig naar Jacob ging, maar net zoals Bella vond ik dat hij moest weten hoe het met Audrey ging. Het meisje had iedereen rond haar vinger gedraaid, zonder dat ze het zelf goed en wel wist.

Ik was ondertussen bij de grens tussen La Push en Forks. Seth stond daar te wachten.

“Edward, alles goed?”

“Ja, maar ik kwam eigenlijk voor Jacob,” zei ik. Seth verdween achter de bossen en ik hoorde hem transformeren. Enkele tellen later hoorde ik hem weer transformeren naar mens en stond hij terug voor mij.

“Gaat het over het meisje? De imprint van Jacob,” vroeg hij. “Ik hoop echt dat ze snel het ziekenhuis mag verlaten.” Jacob was ondertussen aangekomen en keek me vragend aan.

“Edward.” Hij had een pijnlijke blik in zijn ogen, hoogstwaarschijnlijk van de pijn die hij voelt om bij Audrey weg te zijn.

“Jacob, ik heb nieuws,” begon ik. “Het is geen goed nieuws.”

“Zeg het maar. Ik kan tegen een stootje.”

“Julie belde naar Bella om te zeggen dat Audrey weer een hartaanval had.” Ik keek hem met een gekwelde uitdrukking aan. “Carlisle heeft alles onder controle, maar ze weten niet of het nog een keer kan voorvallen.”

“Ik wil naar haar toe. Laat me naar haar toe gaan. Alsjeblieft,” smeekte hij. Het was raar om Jacob te zien smeken.

“Ik zou je graag willen meenemen, maar haar schoonouders zijn er waarschijnlijk nog. Die weten niets af van imprinten en dergelijke. Wat ga je tegen ze zeggen?”

“Je hebt waarschijnlijk gelijk, maar ik wil gewoon bij haar zijn. Ik mis haar.” Ik zag dat er tranen uit zijn ogen vielen. Ik had zo met hem te doen en ik was naar oplossingen aan het zoeken.

“Weet je wat? Ik ga naar het ziekenhuis en als iedereen weg is, bel ik je direct,” legde ik hem uit. “Probeer ondertussen rustig te blijven.”

“Bedankt, maat. Ik kan niet geloven dat ik dit ga zeggen, maar ik apprecieer alles wat je voor me doet.”

“Dat is graag gedaan.” Ik gaf hem een hand en ging naar mijn wagen. Ik keek hoe Seth en Jacob dieper het bos in wandelde voordat ik achteruit reed. Jacob had al zoveel voor ons gedaan, het wordt tijd dat ik eens iets terug doe. Ik kwam op de hoofdweg en duwde op het gaspedaal. In een recordtempo was ik aangekomen bij het Forks Ziekenhuis. Ik wandelde direct naar de kamer van Audrey en zag dat Bella en Julie in een hoek zaten.

“Bella, schat,” vroeg ik bezorgd. Bella keek op en gaf mij een kleine glimlach. “Waar zijn Julie’s ouders?”

“In de cafetaria. Ze komen waarschijnlijk snel terug.” Julie lag met haar hoofd nog steeds op Bella’s schouders.

“Wat is er met haar aan de hand?”

“Audrey heeft een derde hartaanval gehad. Net nadat ik aangekomen was,” antwoordde ze. “Carlisle weet niet of ze de volgende kan overleven. Op één dag heeft ze al drie hartaanvallen gehad.”

“Ze moet het halen. Ik kan haar niet ook verliezen,” huilde Julie. “Ze is mijn zus.” Ik keek haar aan en zag dat haar ogen rood zagen van het huilen.

“Het komt in orde,” fluisterde ik, terwijl ik naar haar toe wandelde. “Het komt allemaal in orde.” Bella glimlachte naar mij en ze hoopte net zoals ik dat we de waarheid spraken.

XXX

Julie’s ouders kwamen een kwartiertje later de kamer binnengewandeld.

“Hoe gaat het met haar?” Liesbeth hoopte dat Audrey elk moment kon wakker worden. Ze ligt er zo vredig bij.

“Er is niets gebeurd,” antwoordde Bella. “Carlisle komt straks nog eens een check up doen.”

“En Julie?” vroeg Timothy toen hij zijn dochter zag slapen in de lederen stoel.

“Ze is gekalmeerd, maar ze heeft het moeilijk,” legde ik uit. “Ze mist Bart en dat Audrey in een coma ligt, doet haar ook geen goed.” Liesbeth wandelde naar haar dochter.

“Julie, kom we gaan naar huis.” Julie opende voorzichtig haar ogen.

“Neen, ik wil hier blijven.”

“We zullen je verwittigen als er iets gebeurt,” zei Bella. Julie keek haar aan en besloot dan om recht te staan.

“Je gaat zeker bellen, toch?” Bella knikte en Julie wandelde de kamer buiten.

“Bedankt voor jullie hulp,” zei Timothy.

“Dat is graag gedaan,” antwoordde ik hem met een glimlach. Liesbeth gaf Audrey een zoen op haar voorhoofd en Timothy volgde haar voorbeeld. Daarna wandelden ze hand in hand naar buiten. Ik besloot dan om naar Jacob te bellen.

“Edward,” zei hij toen hij opnam. “Is er iets gebeurd?”

“Nee, ik belde gewoon om te zeggen dat Julie en haar ouders naar huis zijn.”

“Ik kom meteen.” Hij had opgehangen voor ik iets kon antwoorden. Bella keek me vragend aan.

“Ik had Jacob beloofd om hem te bellen als hij kon langskomen.” Er verscheen een glimlach op haar gezicht.

“Hij kan haar niet missen.” Het was geen vraag, maar een vaststelling. “Ik ben zo blij dat hij eindelijk iemand gevonden heeft.” Bella had zich altijd schuldig gevoeld, omdat ze Jacob zo hard gekwetst had.

“Hij verdient inderdaad dit beetje geluk.” Bella kwam op mijn schoot zitten.

“Je bent een schat, weet je dat,” fluisterde ze in mijn oor.

“Neen, maar nu je het hebt gezegd, zal ik het onthouden,” lachte ik. Ze legde haar hoofd op mijn schouders en sloot haar ogen. We zaten in stilte te genieten van de rust en kalmte tot Jacob binnenstormde. Bella opende haar ogen.

“Rustig. Er is niets aan de hand,” zei ze tegen hem.

“Sorry,” mompelde hij. “Ik wilde haar gewoon zo graag zien.” Bella glimlachte en ik volgde haar voorbeeld.

Ik zou zo graag haar blauwe ogen open willen zien.

“Dat wil iedereen, Jacob.” Hij keek me eerst vragend aan, maar besefte dan dat ik zijn gedachten had gelezen.

“Kan je haar gedachten al lezen?”

“Neen,” antwoordde ik, “maar dat wil echt niets zeggen. Ze heeft zich afgesloten van de realiteit.” Jacob zette zich op een stoel aan het bed van Audrey. Ze is zo mooi en ze heeft zo een mooie stem.

Het was duidelijk dat hij op haar verliefd was.

“Zou ze hetzelfde voor mij voelen?” Bella stond op en stapte op hem af.

“Jacob Ephraim Black,” riep ze op een moederlijke toon. “Durf dat nooit meer te zeggen.” Ze trok hem in een stevige knuffel. “Je bent een fantastisch en warm persoon.”

“Waarom?” vroeg hij. “Waarom sprong ze dan?”

“Ze heeft het op dit moment gewoon moeilijk,” legde ik uit. “Het heeft niets met jouw te maken.”

Jacob keek eerst naar Audrey en wandelde dan naar het raam.

“Ik heb gewoon het gevoel dat ik me vergist heb. Dat ze toch niet mijn imprint is.” Hij bleef naar buiten kijken.

“Waarom denk je dat?” vroeg Bella bezorgd.

“Door alle verhalen die ik heb gehoord. Eens geïmprint zou men niet van elkaar wegblijven, maar Audrey kon toch nog springen.”

“Misschien was dat gewoon omdat ze het moeilijk heeft,” antwoordde ik. Jacob draaide zich om en keek ons aan. Ik wist hoe ik hem misschien kon opbeuren, maar of hij het ging geloven, was nog maar de vraag. “Alice had een visioen van toen Audrey sprong.” Jacob keek me vragend aan en in zijn ogen zag ik het verdriet dat hij had.

“Wat,” zei hij verbaasd.

“Vlak voor Audrey sprong vroeg ze zich af waarom ze zich zo tot je aangetrokken voelde,” begon ik mijn uitleg. “Ze is je imprint Jacob, maar ze kan haar leven op dit moment gewoon niet aan. We gaan je niet vertellen waarom, want dat is haar verhaal.” Er verscheen een glimlach op Jacobs gezicht en hij wandelde terug naar het ziekenbed.

“Ze is mijn imprint,” bevestigde hij. Ik kon in zijn ogen zien dat hij blij was met deze informatie. Mijn GSM ging af en ik zag dat ik een bericht van Alice had. Mijn familie en de Denali’s kwamen naar het ziekenhuis om Carlisle te zien.

“Bella, onze familie komt naar hier.” Ze knikte enkel en ging terug zitten. Ik volgde haar voorbeeld en ging naast haar zitten.

“Bedankt.” hoorden we Jacob zeggen.

“Graag gedaan,” antwoordde mijn engel. Ze legde haar hoofd op mijn schouder en in de ziekenhuiskamer viel een aangename stilte.

JacobPOV

Toen Leah en ik het ziekenhuis verlieten, gingen we meteen naar het bos. We waren nog maar net getransformeerd toen Seth ons riep. We liepen naar hem toe en zagen hem staan in het veld waar we altijd bijeen kwamen.

Wat scheelt er Seth? vroeg Leah.

Ik denk dat Lesley gaat transformeren. antwoordde hij.

Waarom denk je dat? We hadden verwacht dat er meer wolven zouden bijkomen, maar niet zo snel. Lesley zou al de tweede zijn sinds de Cullens terug zijn.

Nick zegt dat hun moeder bezorgd is over haar temperatuur. Ze zou ook al heel wat woedeaanvallen hebben.

Heeft die niet altijd woedeaanvallen? vroeg Leah sarcastisch.

Ja, maar ze heeft problemen met haar ex. Ze stond bijna op het punt om domme dingen te doen. Ik denk echt dat we haar nog beter in het oog moeten houden. Seth was na mij de volgende in rij en dus kon hij beslissingen nemen als ik er niet was, maar af en toe moest hij met mij overleggen.

Jij en Nick houden haar in het oog. Als het dan zover is roep je Leah. Ik denk dat het voor Lesley makkelijker is om met een meisje te praten als ze getransformeerd is. Ondertussen houden we ons gedeisd.

Eindelijk heb ik is normaal gezelschap. dacht Leah. Kan ik tenminste roddelen. Al zullen jullie snel weten wat er gezegd is geweest. Leah pruilde en het was eigenlijk grappig om te zien.

Oké, moeten we je erbij roepen als ze getransformeerd is? Ik schudde mijn hoofd en moest dan geeuwen.

Seth, ik ga slapen. Jij neemt tijdelijk de leiding over. Ik ging achter de bomen om te transformeren. Ik genoot van de rust in mijn hoofd. Ik wandelde naar mijn huis en kroop meteen mijn bed in.

XXX

Toen ik wakker werd, zag ik dat ik de hele nacht had doorgeslapen. Blijkbaar had ik mijn slaap nodig. Ik ging me douchen en liet het warme water mijn lichaam ontspannen. Ik begon over mijn droom te denken. Audrey volgde mijn raad op in plaats van te springen. Ik vertelde haar alles over onze stam en we waren gelukkig. Nu was ik er niet meer zo zeker van. De twijfels die ik had, waren heel groot en ik had schrik dat ik toch nog alleen ging achterblijven. Ik had altijd gedacht dat zowel de wolf als de imprint niet zonder de ander kan. Na die sprong was ik er niet meer zo zeker van. Mijn vader wist veel over die zaken, maar die kon me nu niet meer helpen en de andere oudsten van de stam waren er ook niet meer. Het enigste waar ik zeker over was, waren de verhalen van de wolven die hun imprint gevonden hadden. Geen één van de wolven konden bij hun imprint wegblijven en hetzelfde gold voor hun imprint. Sam had me wel eens verteld dat de imprint de keuze had, maar ik ken geen verhalen waarin de imprint anders koos. Waarom was het dan zo anders bij Audrey? Ze had blijkbaar geen moeite om te kunnen springen. Was haar verleden zo erg dat ze er niet mee kon leven? Het enigste wat ik van haar wist, was dat ze verloofd is geweest. Zou het daarmee te maken hebben? Ik moest duidelijk dringend antwoorden zoeken op al mijn vragen. Ik begon dan te beseffen dat het water koeler aanvoelde, wat mij vertelde dat ik al langer dan een uur onder de douche stond.

XXX
Seth was aan de grens aan het patrouilleren en ik besloot om me bij hem aan te sluiten. Ik hoorde zijn gedachten niet en ik maakte me even zorgen.

Jacob, Edward is aan de grens. Kom je? Seth had mijn gedachten gehoord, waardoor hij wist dat ik ook wolf was. Zijn gedachten waren al even snel verdwenen als ze tevoorschijn kwamen. Ik rende zo snel als ik kon naar de grens. Ik hoopte dat hij goed nieuws had.

“Ik hoop echt dat ze snel het ziekenhuis mag verlaten.” hoorde ik Seth zeggen. Ik transformeerde naar mens en wandelde op hen af. Ik had schrik om zijn nieuws te horen en ik wilde eigenlijk ook zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gaan om Audrey te zien.

“Edward.”

“Jacob, ik heb nieuws,” begon hij. “Het is geen goed nieuws.”

“Zeg het maar. Ik kan tegen een stootje.” Ik kon inderdaad tegen een stootje, maar of ik het slechte nieuws over Audrey aankon, was een andere vraag.

“Julie belde naar Bella om te zeggen dat Audrey weer een hartaanval had. Carlisle heeft controle, maar ze weten niet of het nog een keer kan voorvallen.” Ik zag duidelijk dat Edward het moeilijk had om mij dit nieuws te vertellen.

“Ik wil naar haar toe. Laat me naar haar toe gaan. Alsjeblieft.” Ik wist dat ik aan het smeken was, maar ik wilde haar doodgraag zien.

“Ik zou je graag willen meenemen, maar haar schoonouders zijn er waarschijnlijk nog. Die weten niets af van imprinten en dergelijke. Wat ga je tegen ze zeggen?” Edward had gelijk, maar het kwam toch hard aan.

“Je hebt waarschijnlijk gelijk, maar ik wil gewoon bij haar zijn. Ik mis haar.” Ik voelde tranen lopen over mijn wangen en besefte dan pas dat ik aan het huilen was.

“Weet je wat? Ik ga naar het ziekenhuis en als iedereen weg is, bel ik je direct,” vertelde hij me. “Probeer ondertussen rustig te blijven.” Ik ademde diep in en volgde zijn raad op.

“Bedankt, maat,” begon ik. “Ik kan niet geloven dat ik dit ga zeggen, maar ik apprecieer alles wat je voor me doet.” En het was de waarheid. Edward en Bella hadden niets anders gedaan dan mij helpen met Audrey, ook al hadden ze eerst mijn hulp gevraagd.

“Dat is graag gedaan.” We gaven elkaar een hand en hij wandelde naar zijn wagen. Seth en ik wandelden naar het bos en eens we verscholen waren, transformeerden we terug naar onze wolvenvorm.

Gaat het wel? Leah klonk oprecht bezorgd, nadat ze al mijn gedachten van de afgelopen 12u had gezien.

Ja, hoor. Toch bedankt voor je bezorgdheid.

Graag gedaan. antwoordde ze voor haar gedachten verdwenen.

Het kan af en toe geen kwaad om je emoties te tonen. Seth was bij de conversatie tussen Edward en mij, maar had ook al mijn gedachten gezien en hij wist dat ik veel voor hen verzweeg.

Jacob, wat moet ik doen? Nick was nu al een paar dagen een weerwolf en was al gauw in een routine gevallen. Het was duidelijk zijn beurt om te patrouilleren en ik besloot om naar huis te gaan.

Blijf bij Seth. antwoordde ik. Seth ik ga naar huis. Misschien heb je wel gelijk, maar nu moet ik even alleen zijn. Ik rende naar de rand van het bos, transformeerde en wandelde de rest van de weg naar mijn huis.

XXX

Ik lag thuis in mijn zetel toen mijn telefoon ging. Ik sprong direct recht, want enkel Edward zou mij kunnen bellen.

“Edward,” zei ik toen ik op nam. “Is er iets gebeurd?”

“Nee, ik belde gewoon om te zeggen dat Julie en haar ouders naar huis zijn.” Ik kon Audrey eindelijk terugzien. Dat was het enige wat ik wilde.

“Ik kom meteen,” antwoordde ik en hing dan op. Ik liep naar mijn wagen en duwde meteen op het gaspedaal. Ik was bij het ziekenhuis in recordtijd. Ik liep de grote deuren binnen en wandelde naar de trappenhal om naar de eerste verdieping te rennen. Liften gingen mij veel te traag. Ik stormde haar kamer binnen en zag dat Bella en Edward in een hoek bij elkaar zaten. Bella opende haar ogen en keek me aan.

“Rustig. Er is niets aan de hand.”

“Sorry,” mompelde ik. “Ik wilde haar gewoon zo graag zien.” Edward en Bella begonnen te glimlachen. Ik zou zo graag haar blauwe ogen open willen zien.

“Dat wil iedereen, Jacob.” Ik keek hem vragend aan, maar besefte me dan dat hij mijn gedachten had gelezen. Ik wilde weten of ze droomde, maar er was één iemand die dat antwoord wist en tot nu toe kon hij Audrey’s gedachten niet lezen.

“Kan je haar gedachten al lezen?”

“Neen,” antwoordde hij, “maar dat wil echt niets zeggen. Ze heeft zich afgesloten van de realiteit.” Er stond een stoel aan haar bed en ik ging daarop zitten. Ze is zo mooi en ze heeft zo een mooie stem.

“Zou ze hetzelfde voor mij voelen?” Ik besefte niet dat ik het hardop had gezegd totdat Bella voor mij stond.

“Jacob Ephraim Black,” riep ze op een moederlijke toon. “Durf dat nooit meer te zeggen.” Ze nam me in een stevige knuffel. “Je bent een fantastisch en warm persoon.”

“Waarom?” vroeg ik. “Waarom sprong ze dan?”

“Ze heeft het op dit moment gewoon moeilijk.” Het was Edward die antwoordde. “Het heeft niets met jouw te maken.” Ik keek naar Audrey en wandelde naar het raam.

“Ik heb gewoon het gevoel dat ik me vergist heb. Dat ze toch niet mijn imprint is.” Ik bleef naar buiten kijken. Ik wilde hun blikken niet zien.

“Waarom denk je dat?” vroeg Bella bezorgd.

“Door alle verhalen die ik heb gehoord. Eens geïmprint zou men niet van elkaar wegblijven, maar Audrey kon toch nog springen.”

“Misschien was dat gewoon omdat ze het moeilijk heeft.” Ik draaide me om en keek hen aan. Ik zag aan Edward dat hij twijfelde om verder te gaan. “Alice had een visioen van toen Audrey sprong,” ging hij uiteindelijk verder. Ik keek hem vragend aan.

“Wat,” zei ik verbaasd.

“Vlak voor Audrey sprong vroeg ze zich af waarom ze zich zo tot je aangetrokken voelde,” begon Edward. “Ze is je imprint, Jacob, maar ze kan haar leven op dit moment gewoon niet aan. We gaan je niet vertellen waarom, want dat is haar verhaal.” Ik was blij dat hij haar verhaal respecteerde, maar helemaal met deze informatie. Dus ze voelde zich aangetrokken tot mij. Ik wandelde terug naar haar bed en zette me neer.

“Ze is mijn imprint.” Het was geen vraag, maar een bevestiging van wat ik eigenlijk al langer wist. Er ging een GSM af, maar ik negeerde wat er om mij heen gebeurde.

“Bella, onze familie komt naar hier.” Wat er tussen hen gebeurde kon ik niet zien, omdat mijn ogen op Audrey gericht waren.

“Bedankt.” Ze hadden mij alle twee zo gesteund, dat ik niet goed weet wat ik zonder hen zou doen.

“Graag gedaan,” antwoordde Bella. Daarna viel er een aangename stilte in de kamer.

LaurensPOV

Na het jagen rende ik terug naar de Cullens. Ik heb kunnen nadenken, maar had nog geen antwoorden gevonden. Ik wist dat mijn geheugen niet meteen zou terugkomen en daar moest ik mee leven.

“Laurens,” zei mijn zus Kate. “Alles goed?” Ik glimlachte naar haar en knikte.

“Ja, en met mijn lieve zus?”

“Alles goed met mij. Garrett heeft mij een nieuwe ring gekocht.” Ze liet hem zien en ik was blij voor haar. Sinds ik bij de Denali’s ben, beschouwde ik Kate als mijn zus. Ze luisterde naar mij als ik problemen had en stond altijd klaar.

“Hij is prachtig, Kate.” Ik keek het huis binnen en zocht naar Tanya. “Waar is Tanya?” Kate haalde haar schouders op. Ik passeerde haar en wandelde naar de woonkamer. Daar zat Tanya te praten met Rosalie.

“Schat,” sprak ik haar aan. Ze keek op en glimlachte naar me. Ik ging naast haar zitten en kuste haar zacht op de lippen. “Sorry, voor daarnet.”

“Het is niets, Laurens.” Ze kuste me op de wang. “Ik begrijp je volkomen. Ik ben al blij dat het meisje nog leeft.” Ik sloeg een arm rond haar, maar ze stond op. Ik keek haar vragend aan, maar ze negeerde me.

“Tanya?” Ze draaide zich om.

“Ik ga jagen, Laurens,” legde ze uit. Alweer had ik het gevoel dat ze me de waarheid niet vertelde, maar dit keer was het sterker. “Maak je maar geen zorgen.” Ondertussen kwamen de rest van mijn familie en de Cullens in de hal.

“Iedereen klaar?” vroeg Alice.

“Gaan jullie allemaal jagen?”

“Jagen?” vroeg Emmett. “Neen, wij gaan naar het ziekenhuis.”

“Emmett,” siste Tanya. Ze was duidelijk niet blij dat hij de waarheid had gezegd tegen mij.

“Tanya?” Ze keek me schuldig aan. Ik vroeg me enkel af waarom ze had gelogen.

“Laurens, schat,” begon ze. “Sorry, maar ik dacht niet dat het goed idee was om naar een ziekenhuis te gaan. Je zag ook wat gisteren gebeurd was.” ‘Leugen’ zei een stemmetje in mijn hoofd. Met weer dat gevoel dat ze loog. Had ze nog maar zo weinig vertrouwen in mij?

“Wat!”

“Je hebt bijna een onschuldig kind aangevallen.” Nu werd ik pist en ik keek naar de rest van de familie.

“Jullie mogen vertrekken. Tanya en ik volgen later.” Iedereen vertrok behalve Kate. Ik wist dat ze zich zorgen maakte om mij. Ik was nog steeds een nieuwe vampier en was dus sterker dan Tanya. “Kate, ga maar. Er zal niets gebeuren.” Ze knikte en wandelde dan naar buiten. Enkele tellen later hoorden we de wagens de oprit afrijden. Ik bleef enkel naar Tanya kijken. De stilte tussen ons was gespannen.

“Waarom?” vroeg ik haar.

“Waarom wat?”

“Waarom loog je tegen mij?”

“Het was niet de bedoeling om te liegen,” begon ze, “maar ik dacht dat het makkelijker zou zijn als je niet wist waar we waren.” ‘Leugen’ zei dat stemmetje in mijn hoofd weer.

“Tanya, ik kan nog altijd beslissingen voor mijzelf nemen.”

“Is dat zo, Laurens?” Ze leek te wachten op mijn antwoord, maar toen ik niets zei, ging ze gewoon verder. “Want het lijkt er erg op dat het niet zo is. Het enige wat je doet is naar je verleden zoeken.”

“Is dat niet normaal?” riep ik. “Ik ken mezelf niet meer. Ik wil gewoon antwoorden.”

“Antwoorden?” vroeg ze. “Of wil je gewoon weten wie dat meisje is?” Ze liep naar boven en kwam dan terug naar beneden. “Daarom draag je toch constant die foto met je mee!?”

“Dat is niet om die reden.”

“Ah nee, waarom draag je die foto dan nog mee?”

“Dat is het enige wat ik nog heb van mijn mensenleven.”

“Ja, maar je mensenleven ligt in het verleden. Ik ben je heden en toekomst,” schreeuwde ze. Ik draaide me naar het raam toe.

“Ik wil gewoon weten wie ik was.” zuchtte ik.

“Je kwets me ermee.” Ik voelde dat Tanya ondertussen achter mij stond. “Het is alsof je me niet graag ziet.”

“Ik zie je graag, Tanya,” begon ik, “maar het is gewoon ingewikkeld.”

“Wat is ingewikkeld?” Ik draaide me naar haar toe.

“Alles.” Ik wandelde voorbij haar en wandelde de trappen op. Eens in onze kamer legde ik mij op ons bed.

“Laurens?” Tanya klonk bezorgd. Ik voelde haar naast mij komen liggen.

“Ik heb soms het gevoel dat je me niet de hele waarheid vertelt.” Ik draaide mijn hoofd naar haar toe. “Dat je iets voor mij verbergt. Na die leugen van daarnet begin ik nog meer te twijfelen.”

“Ik wilde je het niet moeilijker maken dan je het al hebt,” antwoordde ze.

“Ik heb het niet moeilijk. Wat gisteren is gebeurd, was eenmalig,” zei ik haar. “Oké, ik twijfelde of ik de volgende keer me wel kon inhouden, maar dat wil niet zeggen dat ik niet sterk genoeg ben.” Tanya keek me recht in de ogen.

“Sorry, dat ik aan je twijfelde.” ‘Leugen’ Ik weet niet waar het vandaan kwam, maar ik wist zeker dat het haar niet speet. “Ik zie je graag.” ‘Leugen’ Dit was echt maf, maar ik kon haar niet laten weten dat ik door haar leugens heen zag. Ik begon echt gek te worden.

“Kom we gaan naar het ziekenhuis. Ik wil de alom bekende Dr. Cullen ook wel eens ontmoeten,” lachte ik. We stonden allebei op en wandelde naar onze wagen.

XXX

We kwamen al gauw aan in het ziekenhuis en we wandelden naar de receptie.

“Waar is het kantoor van Dr. Cullen?” vroeg Tanya. Het meisje keek op en keek eerst naar Tanya en dan naar mij. Ze begon meteen te blozen. Ik glimlachte voorzichtig naar haar en ik hoorde haar hart sneller slaan. Tanya keek met een woeste blik over haar schouder. Ik grijnsde enkel naar haar.

“Zijn kantoor is op de eerste verdieping, maar hij is op dit ogenblik bij een patiënte van hem.” antwoordde de receptioniste.

“Bedankt, juffrouw…,” zei ik aarzelend. Ik wilde haar naam te weten komen.

“Helen, mijn naam is Helen,” antwoordde ze glimlachend.

“Nogmaals bedankt, Helen.” Ik draaide me om en wandelde naar de lift. Ik hoorde Tanya me op de voet volgen.

“Wat was dat?” zei ze kwaad.

“Gewoon. Ze was een lief meisje.” Ik keek over mijn schouder naar de receptie waar het meisje nog steeds bloosde. “Ze heeft ons direct geholpen.”

“Je kunt haar bedanken zonder te flirten,” zei ze ijzig.

“Het kan toch geen kwaad. Het is niet dat ik iets met haar zou beginnen.”

“Ik ben je vriendin en je kwetst mij er mee.” Ik draaide me naar haar toe.

“En jij kwetst mij niet door te liegen en dingen voor mij te verbergen.” siste ik. Ik was echt kwaad op haar aan het worden.

“Dat was een leugen voor jouw eigen bestwil. Ik heb je altijd al de waarheid verteld.” ‘Leugen’

“Ben je zeker, Tanya?” De liftdeuren gingen open en ik stapte de kleine ruimte in. Tanya stond mij verbaasd aan te kijken. “Kom je nog?” Ze stapte in de lift en ik duwde op de knop om naar de eerste verdieping te gaan. De liftdeuren sloten en de spanning tussen ons was te snijden. Ik was blij dat de liftdeuren terug open gingen. Ik volgde de geuren van mijn familie en stopte bij een kamer. Ik keek voorzichtig binnen en zag iedereen in de kamer zitten. Kate keek op en ze stond meteen op en kwam op mij afgewandeld.

“Laurens, het is beter dat je niet binnenkomt,” zei ze stil. Ik keek over haar schouders en zag de hele familie naar ons kijken.

“Je gaat je zorgen maken en vragen stellen.” ‘Waarheid’ Ik wist nog altijd niet wat er met mij aan de hand was, maar ik geloofde Kate meteen. Ik snapte ook niet waarom ik nu pas het verschil kon zien tussen leugen en waarheid. Plotseling stond Bella voor mij.

“Kate, kan je de rest van de familie meenemen? Ik wil met Laurens praten.” Kate knikte en de rest van de familie volgde haar uit de kamer. Enkel Tanya bleef achter.

“Tanya, ga maar.” Ze keek me woedend aan en volgde dan uiteindelijk onze families. Toen ik de kamer inkeek, zag ik dat Edward en een andere jongen achterbleven.

“Laurens, je familie heeft me wat over je verteld,” begon Bella. “Je had een auto-ongeval, maar je was toen niet alleen. Klopt dat?” Ik kon enkel knikken, maar begreep niet goed waarover ze begon. “Herinner je je nog hoe de passagier er uitzag?” Ik wist niet hoe de passagier in de wagen eruit zag. Het enige wat ik wist, was wat mijn familie mij verteld had.

“Neen, maar volgens mijn familie is de persoon dezelfde als op deze foto.” Ik gaf haar de foto van mij en het onbekende meisje. Bella keek eerst naar de foto en dan over haar schouder naar Edward. Ze wandelde de kamer terug naar binnen. Ik bleef staan en keek haar achterna.

“Kom je nog?” vroeg ze en ik wist niet goed wat ik moest doen. Uiteindelijk besloot ik haar te volgen en wandelde langzaam de kamer in. Wat is er aan de hand? Ik vroeg me sterk af of ik de Cullens wel kon vertrouwen.

“Je kan ons vertrouwen,” zei Edward en ik keek hem vragend aan. Het enige wat hij deed was met zijn vinger op zijn tempel tikken. Ik draaide me dan naar Bella om. Ze keek naar een meisje dat in een bed lag. Waarom lijkt ze zo op het meisje uit de foto?

“Omdat ze het meisje is.” Ik draaide me om en zag Edward me aankijken.

“Hoe wist je wat ik dacht?”

“Ik lees gedachten,” antwoordde hij. “En om te antwoorden op je vraag: ze is het meisje uit jouw foto. Ze is iemand uit je mensenverleden.” Ik keek terug naar het meisje, maar wist nog altijd niet wie ze was. Ik wandelde naar haar bed.

“Ik wil zo graag weten wie ze was.” Als vampieren konden huilen, dan zouden de tranen over mijn wangen vallen.

“Ongelooflijk,” hoorde ik Edward zeggen, maar ik negeerde hem totaal.

“Wat is er?” vroeg de jongen die, als ik eerlijk mag zijn, stonk als een hond.

“Ik kan haar weer horen. Ze droomt over jouw, Jacob,” glimlachte Edward. “En over Bart.”

“Bart? Wie is Bart?” vroeg Jacob.

“Dat is een verhaal dat ze zelf moet vertellen.” antwoordde Bella.

“Bart, ben jij dat?” vroeg een onbekende stem. Ik keek naar waar het geluid vandaan kwam en zag dat het meisje aan het spreken was.

“Is ze wakker?” vroeg ik.

“Niet te geloven, ik ben eindelijk in de hemel. Ik ben eindelijk bij Bart.” Het meisje opende haar ogen en ik keek recht in haar blauwe ogen. “Ik hou van je, Bart.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten