zondag 29 augustus 2010

Hoofdstuk 9 - Twee weken

TWEE WEKEN LATER…

AudreyPOV

Ik kan niet geloven dat ik twee weken geleden de waarheid over Jacob en de Cullens heb ontdekt. Ik had het soms nog moeilijk met de situatie. Een wereld waarin vampieren en weerwolven bestaan. Straks gaan ze me nog vertellen dat er heksen en tovenaars zijn. Ik had misschien geen Harry Potter boeken moeten lezen. Mijn verjaardag was ondertussen ook al gepasseerd, maar ik had er niet echt van genoten. Dat kwam door verschillende redenen en één ervan was, dat het de dag van mijn huwelijk had moeten worden.

*FLASHBACK*
Ik mocht vandaag het ziekenhuis verlaten. Ik was blij dat ik deze plek mocht verlaten.

“Gelukkige verjaardag!” Ik draaide me om en zag Liesbeth aan de deur staan. De tranen begonnen over mijn wangen te lopen. Vandaag was het 15 oktober 2110, mijn achttiende verjaardag, mijn huwelijksdag. Dat laatste zou nu niet meer doorgaan, maar dat wilde niet zeggen dat ik het er niet moeilijk mee had. “Oh, meisje toch. Sorry, ik was het totaal vergeten.” Liesbeth nam me in een knuffel en begon troostende woorden in mijn oor te fluisteren.

“Wat ben je met die egoïstische trien aan het doen?” Die stem had ik liever niet gehoord. Ze klonk zo vol haat.

“Julie, verontschuldig je meteen.” Timothy en Liesbeth hadden al gauw ontdekt dat Julie en ik ruzie hadden, maar toen ze ontdekte wat de oorzaak was, steunden ze mij meer dan Julie.

“Waarom zou ik? Ze springt toch liever van kliffen. Wel dat ze het meteen terug gaat doen. Dan zijn we ervan af.” Dit deed zoveel pijn. Mijn beste vriendin haatte me en zag me tegenwoordig liever dood, dan levend.

“JULIE,” riep haar moeder. “Je gaat je nu verontschuldigen. Audrey heeft fouten gemaakt en ze heeft daar spijt van, maar dat wil niet zeggen dat je haar zo moet behandelen.” Julie keek eerst naar haar moeder en dan naar mij. Toen ze mij in de ogen keek zag ik verschillende emoties: haat, liefde, pijn en schuld. Ik had Julie pijn gedaan door zelfmoord te willen plegen en ik zou het proberen goed te maken.

“Sorry,” fluisterde ze heel stil.

“Ben je klaar om te vertrekken?” vroeg Timothy aan me. Ik knikte en nam mijn krukken. Ik wilde net mijn zak pakken toen Timothy hem nam. “Ik zie je die niet dragen.” Ik glimlachte naar hem.

“Bedankt.” Julie verliet als eerste de kamer en Liesbeth volgde haar. Ik hinkelde naar de deur en Timothy wandelde achter mij.

“Gaat het wel?” vroeg hij.

“Ja, het is wennen, maar het komt wel goed.” Ik wandelde naar de lift en zag dat Liesbeth de deur openhield.

“Tim, schat. We kunnen beter een rolstoel halen,” zei ze.

“NEEN,” gilde ik. Ze keken me allemaal aan. “Ik haat rolstoelen.”

“Ik hoop dat je mij niet haat.” hoorde ik iemand lachen. Ik draaide me langzaam om, niet dat ik het snel kon, en zag Emmett staan. “Ik zal je dragen naar de auto.” Nog voor ik kon protesteren had hij mij al in zijn armen en wandelden we de trappen af.

“Bedankt, Emmett.”

“Het is graag gedaan. Al had ik je graag zien sukkelen,” lachte hij.

“Dat geloof ik.” Ik begon te lachen en werd plots weer neergezet.

“Hier zijn we al.” Ik keek achter me en zag de huurauto van Timothy en Liesbeth staan. Ik glimlachte naar hem en dan vertrok hij naar zijn eigen wagen.

Enkele minuten later wandelden Julie, Liesbeth en Timothy het ziekenhuis uit. Julie negeerde me en stapte in de wagen. Liesbeth daarentegen hield de deur open en Timothy hielp me in de wagen te stappen. Daarna stapten ze zelf in en enkele tellen later verlieten we de parking.

“Ik hoop dat je je kamer goed gaat vinden,” zei Liesbeth na een tijdje.

“Kamer?” vroeg ik verbaasd. “Mijn kamer bij de Newtons is toch nog steeds dezelfde?”

“Oh, dat is juist. Dat hebben we je nog niet verteld, maar je komt bij ons wonen,” zei Timothy. “We dachten dat het beter was voor je herstellingsproces.” Ik keek hen geschokt aan, daarna gleed mijn blik naar Julie en die was enkel doelloos naar buiten aan het kijken.

“Euhm, dat hoeft niet,” zei ik. “Ik heb het heel goed bij de Newtons.”

“Dat kan zijn, maar ik zal me beter voelen als je bij ons komt wonen.” De toon die Liesbeth gebruikte, maakte het heel duidelijk dat ze geen tegenspraak duldde. We reden verder naar hun huis en ik was eigenlijk wel benieuwd naar mijn kamer.
*FLASHBACK*

Dat is waar ik nu zat, in mijn nieuwe kamer. Liesbeth had er alles aan gedaan om mij hier thuis te doen voelen. Er werd op de deur geklopt.

“Binnen,” zei ik stil.

“Kom je eten, Audrey?” vroeg Liesbeth. Ik stond op en volgde haar naar beneden. Julie en Timothy zaten al aan de tafel te wachten.

“Hoe gaat het?” vroeg Timothy. Ik zette me neer en glimlachte naar hem.

“Goed. Het gaat elke dag beter. Zeker nu dat gips van mijn been is,” lachte ik. Julie zei niets en was me aan het negeren. Liesbeth was ondertussen het eten op tafel aan het zetten.

“Ik ben blij dat je weer normaal kunt stappen.”

“Ik ook. Ik ga ook blij zijn dat ik terug naar school mag gaan.” Ik schepte wat eten op mijn bord en begon dan rustig en in stilte te eten.

XXX

De avond en nacht was snel voorbij gegaan en ik mocht eindelijk weer naar school. Er was maar één probleem. Ik mocht zelf nog niet rijden en dus moest ik met Julie mee.

“Ben je eindelijk klaar om te vertrekken?” vroeg ze ongeduldig. Ik knikte en wandelde naar buiten. Voor ik instapte gooide ik haar mijn sleutels.

“Als ik dan niet mag rijden, kan jij maar beter mijn wagen gebruiken.” Ze keek me aan alsof ik een extra hoofd had en ik haalde enkel mijn schouders op. Ik opende mijn deur en stapte in. Julie wandelde rond de wagen en volgde mijn voorbeeld.

“Waarom doe je vriendelijk tegen mij?” vroeg ze nadat we vertrokken waren. Ik keek haar aan, maar ze keek enkel recht voor haar uit. “Ik heb je uitgescholden en genegeerd, maar toch doe je alsof ik je beste vriendin ben.”

“Je bent mijn beste vriendin.” Ik keek terug naar buiten en zag de groene bossen passeren.

“Sorry.” Ik keek op en zag dat Julie tranen over haar wangen had lopen. Ze reed de parking op en parkeerde de wagen. Ze keek me daarna aan. “Het spijt me voor alles wat ik tegen je gezegd heb.” Ik zag dat ze het deze keer wel meende in tegenstelling tot die keer in het ziekenhuis.

“Nee Julie. Ik moet sorry zeggen. Ik ben degene die niet aan mijn familie en vrienden heeft gedacht toen ik sprong.” Er begon tranen uit mijn ogen te vallen. “Ik had niet mogen springen. Ik had toen al naar Jacob moeten luisteren, maar ik was te koppig.” Ze omhelsde me plots. Ik was geschrokken, maar omhelsde haar gauw terug.

“Ik ben blij dat we weer praten,” zei ze. “Ik heb je gemist.”

“Ik heb jou ook gemist.” Ik gaf haar een kus op haar voorhoofd en trok me dan terug uit de knuffel. “Kom, we moeten naar de les.” Ik stapte uit de wagen en Julie volgde mijn voorbeeld. De Cullens zagen ons samen uitstappen en zagen onze betraande ogen. Ze liepen meteen op ons af.

“Wat is er gebeurd?” vroeg een bezorgde Rose. “Waarom zien jullie eruit alsof er iemand dood is?”

“Het is niets, Rose,” zei ik tegen haar.

“We moesten dringend met elkaar praten,” ging Julie verder. “Het was gewoon een heel emotioneel gesprek.” Ze glimlachte daarna naar mij en ik kon het niet laten om ook te glimlachen. Ik keek dan over de schouders van de Cullens heen en zag mijn vriend staan.

“Jake!” riep ik terwijl ik naar hem toe liep. Ik sprong in zijn open armen en hij draaide met mij rond. “Ik heb je gemist.”

“We hebben gisteren nog met elkaar gebeld. Heb je het al aan je schoonouders verteld?” vroeg hij mij. Ik schudde langzaam mijn hoofd. Ik had hem twee weken geleden al beloofd dat ik met hen zou praten, maar ik durfde niet goed.

*FLASHBACK*
Ik was naar de televisie aan het kijken toen Jacob binnenkwam. Na ons gesprek van gisteren, kwam hij regelmatig binnengeglipt om mij te zien.

“Dag schoonheid.”

“Hoi.” Hij kwam naast me op het bed zitten.

“Ik heb zitten nadenken.” Ik keek hem aan en zag dat hij zenuwachtig was. “Euhm… Ik wilde het over ons hebben.”

“Wat wil je over ons zeggen?” Ik keek hem aan en probeerde hem gerust te stellen.

“Wat zijn we nu?” vroeg hij na een secondelange stilte.

“We zijn vrienden,” antwoordde ik.

“Niet meer dan dat?” Hij klonk erg teleurgesteld en eigenlijk wilde ik ook meer dan vrienden zijn, maar we kenden elkaar nauwelijks 3 dagen. Was het dan aangeraden om nu al aan een relatie te beginnen? Ik wist dat we voor elkaar bestemd waren, maar het was misschien toch wat vroeg.

“Ik wil wel meer dan vrienden zijn, maar…”

“Maar wat?” onderbrak hij mij.

“Ik zou normaal gezien morgen trouwen. Mijn schoonouders gaan misschien denken dat ik hem niet graag zag.” Ik besefte dat ik aan het huilen was toen Jacob de tranen van mijn wangen veegde.

“Ik snap je, maar je hoeft de buitenwereld nog niets te zeggen. Ik wil gewoon kunnen zeggen dat je van mij bent.” Hij glimlachte toen hij dat laatste zei.

“Ik ben van je. Je hoeft geen schrik te hebben.”

“Beloof me dat je binnenkort met je schoonouders gaat praten.”

“Ja, maar niet nu.” Hij omhelsde me.

“Ik zie je graag,” fluisterde hij in mijn oor.

“Ik zie jou ook graag.” Ik nam hem stevig vast en was blij dat ik kon zeggen dat hij van mij was.
*FLASHBACK*

“Ik weet dat ik het je beloofd had, maar het is niet simpel.” Hij keek mij glimlachend aan.

“Ik begrijp je en neem je tijd.” Hij kuste me zachtjes op mijn lippen.

“Audrey Shirley Verhoeven!” gilde Julie. Ik sprong van Jacob weg en keek haar schuldig aan. “Sinds wanneer heb jij een nieuwe vriend?” Ik wist niet goed wat ik moest zeggen, want ik dacht dat ze het niet zou begrijpen.

“Euhm…”

“Twee weken,” antwoordde Jacob. “We weten dat we elkaar nog niet lang kennen, maar we hadden beide het gevoel dat we niet zonder elkaar konden.” Julie begon te glimlachen.

“Liefde kent geen tijd. Ik ben blij dat ze weer kan glimlachen.” Ze keek naar mij en dan terug naar Jacob. “Jij bent degene die haar gered heeft.” Het was geen vraag, maar een opmerking.

“Jacob Black.” Jacob stak zijn hand uit en Julie schudde zijn hand.

“Julie Vercauteren. Bedankt. Dankzij jouw heb ik mijn beste vriendin nog.” Er kwamen toen een jongen en een meisje aangewandeld. Het was duidelijk dat ze familie waren van elkaar. Julie begon ze alle twee te bestuderen en plotseling bleef haar blik staan. Ik keek dan naar Jacob, die naar zijn vrienden keek. Er was duidelijk iemand op Julie geïmprint.

JanePOV

Twee weken was het nu al. Twee weken liep ik verdwaasd door het kasteel van de Volturi. Aro had me al bij hem geroepen om mijn gedrag in vraag te stellen, maar ik kon hem er zelf niet bij helpen. Mijn gedachten waren zo in de war dat zelfs Aro met zijn gave er niets van snapte. Ik had altijd gedacht dat niemand mij kon liefhebben, omdat ze bang van mij waren. Laurens daarentegen had geen schrik toen hij zag dat ik een vampier zonder twijfel kon doden. Het was alsof hij dat normaal vond. Toen hij wat over zichzelf vertelde, had ik op een bepaald moment zelfs met hem te doen. Hij wist niet wie hij was en wilde het zo graag weten, maar had schrik voor de gevolgen. Ik kon hem best begrijpen, want de persoon die het zou kunnen weten was een mens. Hij kon haar niets vragen, want dan moest hij vertellen wat hij was en dat was verboden in onze wereld. We waren klaar met jagen en we besloten om naar zijn hotel te gaan. Hij vertelde meer over zijn nieuwe familie en ik was geschokt toen ik hoorde dat hij de Cullens kende. Dit was voor mij de beste gelegenheid om op een goed blaadje te komen bij Aro, want hij wilde nog altijd de Cullens vernietigen. Hij had zeventig jaar geleden een boodschapper naar hen gestuurd, die hem vertelde dat Bella nu ook een vampier was. Aro was razend en het gevolg was dat die boodschapper niet meer leefde. Ik wilde de boodschap meteen gaan doorgeven, maar de nacht met Laurens had mij van gedachten doen veranderen. Laurens was het enige waar ik aan dacht de laatste tijd en ik was daar niet altijd even blij mee. Aro had er zelf mee gelachen toen hij deze gedachten zag. Hij noemde Laurens zelfs mijn nieuwe scharrel, maar voor mij had hij meer betekenis.

*FLASHBACK*
Laurens was naar het plafond aan het staren en ik besloot om te vertrekken.

“Laurens,” fluisterde ik. Hij liet zijn ogen over mijn lichaam glijden en ik kon niet zeggen dat ik het niet graag had. “Dit had niet mogen gebeuren,” kon ik uiteindelijk zeggen. Hij keek me recht in de ogen.

“Waarom?”

“Jij hebt een vriendin ten eerste en ten tweede woon ik in Italië.”

“Jane, ik heb geen spijt dat dit gebeurd is.” Ik had er ook geen spijt van, want het voelde zo goed aan. Laurens stapte uit bed en kwam voor mij staan. “Ook al was dit eenmalig.” Ik wilde helemaal niet dat het eenmalig was, maar misschien was het een goed idee om elkaar niet meer te zien.

“Je kent me niet,” zei ik beschuldigend.

“Ik weet dat je de meest gevreesde vampier bent. Ik heb je gave gevoeld, Jane.” Ik kon even niets zeggen en was aan het nadenken. Dit mocht niet gebeuren en ik besloot om terug naar Volterra te gaan. Ik raasde door de kamer om al mijn kleren te zoeken en net voor ik de kamer verliet keek ik hem schuldig aan.

“Sorry.” Ik rende op vampierensnelheid het hotel door en daarna door Seattle. Ik wilde hier zo snel mogelijk weg. Ik moest hier weg, want deze gevoelens waren niet normaal. Waarom voel ik zoveel pijn?
*FLASHBACK*

“Zus?” Ik keek op en zag mijn broer Alec staan. “Gaat het wel?” Ik wandelde van hem weg, want ik wilde echt niet over mijn problemen praten met hem. Hij stond plotseling voor mij. “Jij gaat eerst met mij praten. De laatste twee weken gedraag je je totaal anders.” Ik keek hem recht in zijn ogen en liet dan mijn gave werken. Ik stapte over hem heen toen hij op de grond viel.

“Laat me gerust, Alec.” Ik kwam toen in de eetzaal en zag Aro staan.

“Ha, Jane, schat.” Hij had zijn gekende glimlach op zijn gezicht.

“Ja, meester,” zei ik droog.

“Ik had je nodig. Er zijn geruchten dat in Amerika te veel vampieren op één plek zijn.” Aro wandelde naar zijn troon en ging zitten. “Ik wil dat je er naar toe gaat samen met Felix, Demetri en Alec.”

“Ja, meester.” Ik had eerlijk gezegd geen zin om naar Amerika te vliegen, maar ik kon Aro moeilijk iets weigeren. “Wanneer vertrekken we?”

“Ik wil dat je zeker nog twee weken wacht. Ik heb gehoord dat het twee covens waren. Dus misschien vertrekt er nog één.”

“Oké, meester.”

“Je kunt gaan, Jane.” Ik draaide me om om de zaal te verlaten. “Trouwens over een uur is Heidi terug.” Ik keek naar Aro en gaf hem een knikje dat ik het begreep. Over een uur konden we eindelijk weer eten. Mijn gedachten gingen terug naar Seattle en naar Laurens. Zou hij mij ook zo missen?

LeahPOV

Ik werd wakker van iemand die op mijn deur klopte en ik wandelde slaperig naar de voordeur. De slaap was snel verdwenen toen ik de man van mijn dromen zag staan. Hadden ze me vroeger verteld dat ik me nu in een relatie zou bevinden, dan had ik heel hard gelachen.

“Dag schatje.” zei hij voor hij mij innig op de mond kuste.

“Goeiemorgen.” Ik kon enkel glimlachen naar hem. “Zo vroeg?”

“Jake wilt naar FHS gaan om zijn vriendinnetje te zien, maar met die vampieren wilde niemand dat hij alleen ging.” Ik kuste hem zachtjes op zijn lippen en liet hem dan passeren.

“Ach, het is dankzij die stomme bloedzuigers dat hij zijn vriendinnetje heeft gevonden.”

“Misschien, maar zijn ze echt veilig?” vroeg hij.

“Ze zijn anders dan normale bloedzuigers. Ze drinken geen mensenbloed. Ze appreciëren het mensenleven te veel om het van iemand af te nemen.” Ik kon niet geloven dat dit uit mijn mond kwam. Ik, Leah Clearwater, sprak positief over de Cullens.

“Ik ben eigenlijk blij dat ze in Forks wonen, anders had ik je nooit ontmoet,” fluisterde hij in mijn oor. Dan begon hij mijn hals te kussen en hij ging steeds lager. Zijn handen ging naar mijn bloesje en trokken het langzaam naar boven. Voor ik het goed en wel besefte deed ik hetzelfde bij hem en het werd heel warm in de woonkamer.

XXX

“Ik moet gaan.” Hij gaf me nog gauw een kus op de mond voor hij vertrok. “Ik zie je graag.”

“Ik zie jou ook graag,” antwoordde ik met een glimlach. Ik kon niet geloven dat ik eindelijk op iemand geïmprint had. Mijn leven stond letterlijk op z’n kop. Ik wilde terug gaan slapen toen er weer werd geklopt. Ik deed het laken rond mij en wandelde naar de voordeur. Ik kon het niet laten om te grommen.

“Rustig, zus. Ik ben het maar,” lachte Seth toen ik de deur opendeed.

“Ik wilde gaan slapen.” Seth begon mij te bekijken.

“Aan je uitrusting te zien lag je al in bed.” Ik liet hem binnen en wandelde naar de slaapkamer.

“Ik ga me aankleden,” riep ik naar hem.

“Doe maar rustig. Jake is weg en ik heb geen plannen.” Ik zocht in mijn kleerkast naar iets gemakkelijks om aan te trekken. Het werd een simpele T-shirt en een short. Toen ik in de woonkamer kwam lag Seth uitgerekt over de zetel.

“Wat kom je doen?”

“Jij en ik moeten eens praten,” zei hij.

“Waarover?”

“Je geheimzinnige gedrag.” Ik wist dat ik mijn broer niet lang in de onwetendheid kon laten, maar ik had het liever langer gehad. Ik moest tijd winnen. Seth en de anderen mogen dit niet weten. Ik had al die tijd mijn gedachten privé kunnen houden, maar als Seth dit wist dan was de kans groot dat heel de roedel het wist.

“Hoe bedoel je?” vroeg ik verbaasd. Ik hoopte dat ik verbaasd klonk.

“Je bent minder aanwezig, je vraagt constant toestemming om vroeger te stoppen. Je bent veel vriendelijker dan vroeger. Ik zou kunnen zeggen dat je verliefd bent.” Ik moest op mijn lip bijten om niets te verklappen, want Seth zat er recht op.

“Ach, doe niet zo gek,” lachte ik het weg. “Ik verliefd? Dat gelooft zelfs god niet.” Seth keek me aan alsof ik gek aan het worden was.

“Leah, wat is er aan de hand?” vroeg hij. “Je bent jezelf niet meer. Je doet alsof je gelukkig bent.”

“Je beeldt je van alles in, broertje van me. Waarom zou ik gelukkig zijn?” Seth keek me recht in de ogen en dacht na over het antwoord dat hij wilde geven.

“Ik zou het niet weten, maar je zou mij toch vertellen als er iets veranderde in je leven?” Ik voelde me plots heel schuldig dat ik mijn eigen broer niet vertrouwde, maar ik wist niet hoe hij zou reageren als hij de waarheid ontdekte.

“Ik zou je altijd alles vertellen. Dat weet je toch.” Seth knikte en stond dan op.

“Ik zie je graag, zus. Ik hoop dat je weet dat je me kunt vertrouwen.” Nog voor ik iets kon zeggen, was hij al verdwenen. Ik wandelde naar de keuken en nam iets te drinken. Ik dacht na over het gesprek met mijn broer en voelde me schuldig. Ik wist niet dat hij zo bekommerd om mij was. Ik voelde iets over mijn wangen glijden. Ik veegde onder mijn ogen en zag iets vochtig op mijn vingertoppen. Ik was aan het huilen. Dit is ongelooflijk. Leah Clearwater is aan het huilen. Ben ik zo’n softie geworden? Ik dronk mijn cola leeg en gooide het blikje in de vuilnisbak. Ik wandelde naar de voordeur. Ik was aan het denken om te wandelen, want de wind zou me goed doen.

XXX

Ik zat aan de rand van de kliffen toen er iemand naast mij zat.

“Hallo Leah,” zei de stem. Ik draaide me om en zag Embry zitten. “Hoe gaat het met je?”

“Ben ik echt een bitch?” Embry keek me bezorgd aan.

“Hoe kom je daarbij?”

“Lesley zou erger zijn dan mij en volgens Seth was ik al erg.” Embry nam me op in een knuffel.

“Weet je wat bij jouw het probleem was?” Ik schudde mijn hoofd. “Jij moest constant de gedachten van Sam zien als hij over Emily dacht. Het is niet makkelijk om je over zijn nieuwe vriendin te horen denken. Om te zien hoe gelukkig hij met haar is.” Ik voelde de tranen weer vallen en veegde ze weg voor Embry ze zag.

“Het is niet hoe hij het gewild had.”

“Nee, dat is waar. Wist je dat Sam zich vaak schuldig voelde voor de situatie die hij gecreëerd had?” Ik keek verbaasd naar Embry. “Hij heeft je nooit willen kwetsen, maar imprinten is niet iets dat je tegenhoud. Kijk maar naar Jake.”

“Jake is nu tenminste over zijn ex,” zei ik.

“Jij toch ook,” antwoordde Embry. “Of is het niets geworden met Nick?” Ik keek hem geschokt aan.

“Hoe… Hoe?” stamelde ik. Ik kon zelfs mijn vraag niet formuleren.

“Hoe ik het weet?” Ik kon enkel knikken. “Simpel.” In plaats van het uit te leggen begon hij te lachen. Ik dacht dat hij in zijn lach zou stikken en ik werd zijn gelach een beetje beu.

“Ga je het me nog vertellen?” vroeg ik kwaad.

“Zoals ik al zei, was het heel simpel. Het viel me op dat zowel jij en Nick vaak vrij vroegen. Als jij er niet was, dan was Nick er ook niet. Trouwens Nick kan nog niet zo goed zijn gedachten blokkeren. Ik verschiet ervan dat niemand anders van de roedel het door heeft.” Ik kon hem enkel geschokt aankijken. “Komaan Leah, je had toch niet verwacht dat je dit eeuwig kon verzwijgen. Is Nick je imprint?” Ik kon enkel knikken. Het werd een tijdje stil en niemand zei nog niets.

“Hoe komt het dat je niet eerder op hem bent geïmprint?” vroeg Embry uiteindelijk.

“Ik heb Nick nog nooit ontmoet. De dag van zijn transformatie was de eerste keer dat ik hem had gezien en ik had meteen prijs.” Ik moest eigenlijk glimlachen toen ik aan die dacht terug dacht.

*FLASHBACK*
Nick Hall, de achterkleinzoon van Jared, kon elk moment transformeren. De wolven waren allemaal rond zijn huis om de wacht te houden. Seth had net Jacob geroepen, want als alfa moest hij zeker aanwezig zijn. De transformatie was vlot verlopen en toen hij weer in een mens kon transformeren, bekeek ik hem eens volledig. Nick was niet lelijk. Hij was zelfs knapper als zijn overgrootvader. Ik stopte bij zijn grote, bruine ogen en mijn wereld stond plots stil. Uiteindelijk kon ik mijn blik wegtrekken en zag ik dat niemand iets gemerkt had, behalve Nick zelf. Ik glimlachte naar hem en hij glimlachte terug.
*FLASHBACK*

Die dag veranderde mijn leven compleet. Sindsdien spraken Nick en ik stiekem af en ik had er nooit spijt van. Ik probeerde Nick te leren hoe hij zijn gedachten voor de andere wolven kon verbergen. Hij was er snel mee weg, maar duidelijk gebeurde het af en toe dat hij zich niet kon concentreren.

“Ik ben blij voor je, Leah. Jij verdient ook een beetje geluk.” Ik stond op en voor ik terug naar huis ging keek ik naar Embry.

“Jij gaat ook nog iemand vinden.” Ik glimlachte naar hem en verdween dan achter de bossen. Ik wilde nog even in mijn wolvenvorm rennen voor ik thuis nog wat ging slapen.

LaurensPOV

Het was twee weken geleden dat Alice Cullen mij de les kwam lezen, maar toch was ik niet meteen naar Forks gereden. Ik had meer tijd nodig.

*FLASHBACK*
“Je wilt het wel, maar je hebt schrik.” Ze kwam naast me staan en keek ook naar buiten. “Schrik voor de gevolgen.” Ik keek naar haar en dan terug naar buiten. Ik wist dat ze gelijk had. Ik had schrik voor de gevolgen.

“Je hebt waarschijnlijk gelijk.” Ze keek me glimlachend.

“Ik heb altijd gelijk.” Ik keek haar aan en zag dat ze het meende. “Waarom kom je niet met mij mee terug naar Forks?”

“Ik wil nog even alleen zijn.” Ik wandelde terug naar de sofa en zette me neer. “Ik twijfel over Tanya. Ik denk niet dat we voor elkaar bestemd zijn.” Ik had dat gevoel sinds ik Jane had ontmoet. Het meisje zat constant in mijn gedachten en ik kon aan niets anders denken. Tanya was niet de liefde van mijn leven, Jane was dat.

“Ik kan niet langer blijven, want ze gaan zich vragen stellen.” Ik keek naar Alice die tegen een muur leunde. “Ik heb enkel tegen Bella en Rose verteld waar ik naartoe ging, maar niet waarom.”

“Bedankt.” Ik glimlachte naar haar. “Ik apprecieer wat je gedaan hebt, maar ik moet er zelf over nadenken.”

“Laurens, ik weet dat je het moeilijk hebt, maar laat je familie en vriendin niet in de steek.” Ze wandelde naar de deur. “We zien je graag.” Dankzij mijn gave, als ik het al zo mocht noemen, wist ik dat ze de waarheid sprak. Ik wilde iets antwoorden, maar ze was de kamer al uit. Ik sloot mijn ogen en dacht na over de afgelopen dagen. Er was het feit dat Tanya loog tegen mij. Ik zou haar er ooit mee confronteren, maar dat was niet voor nu. En dan was er ook nog Jane. Ik moest constant aan haar denken. Ik had spijt dat ik haar een onenightstand had genoemd. Ze was zo veel meer dan dat.
*FLASHBACK*

Tot op de dag van vandaag miste ik Jane nog altijd, maar ik wist niet hoe ik haar moest bereiken. Ik dacht terug aan de verhalen die ze me verteld hadden, toen ik net vampier was.

*FLASHBACK*
Ik had net te horen gekregen dat ik een vampier was. Ik kon het maar moeilijk geloven.

“Een vampier?” Ik kon het niet laten en herhaalde het twijfelend. De knappe blondine naast mij knikte en glimlachte naar mij.

“Het klinkt misschien ongelooflijk, maar je bent een vampier.”

“Moet ik dan mensen doden om te kunnen drinken?” Alle mensen, of moet ik zeggen vampieren, begonnen te lachen.

“Neen, wij noemen onszelf vegetarische vampieren. Wij drinken het bloed van dieren, omdat wij geen onschuldige mensen willen doden,” antwoordde een mannelijke vampier. Mijn gedachten waren overal. Er ging van alles door mijn hoofd. Allereerst dacht ik constant aan het blonde meisje naast me, maar ook moest ik denken aan de vraag: Wie ben ik?

“Ik zal ons kort voorstellen. De blonde die naast je zit is Tanya en in de sofa zit Irina. Op de zetel zitten Garrett en Kate. Die twee zijn getrouwd.” glimlachte hij. “Ik ben Eleazar en dit is mijn vrouw Carmen. Wat is je naam?” Ik begon na te denken, maar ik kon er niet op komen. Het was alsof heel mijn geheugen leeggezogen was. Het enige wat ik wist was wat ze me nu aan het vertellen waren. Ik haalde mijn schouders op.

“Ik weet het niet.”

“Je weet het niet meer?” vroeg Irina. Ik wilde zo graag weten wie ik was, maar ik kon me niets meer herinneren.

“Dit hebben we nog niet vaak meegemaakt. Enkel Alice weet niet meer wie ze was,” mompelde Eleazar.

“Zij wist haar naam nog,” reageerde Kate. “En door haar gave vond ze gauw Jasper en de Cullens.”

“Ik denk vooral dat ze blij mag zijn dat de Volturi haar niet gevonden heeft. Of ze was nu geen familie van ons.” Ik kon het totaal niet meer volgen. Tanya had dit door.

“Jongens, laten we de jongeheer niet meer verwarren dan dat hij al is.” Ze glimlachte naar me. “We kunnen beter de regels uitleggen en een naam vinden voor hem.” Ik kon het niet laten om naar haar te glimlachen. Ze was zo bekommerd om mij.

“Wel, euhm…” Irina stopte midden in haar zin. Ze keek eerst naar de anderen en eindigde bij mij. “Ik denk dat we eerst een naam moeten zoeken.” Iedereen knikte en iedereen begon na te denken.

“Laurens,” zei Tanya plotseling. Ik keek haar aan . “Het past perfect bij je.” Ik begon de anderen aan te kijken, maar die zeiden niets.

“Euhm, oké,” antwoordde ik uiteindelijk.

“Ik denk dat het nu tijd is voor de regels. Eleazar, wil jij deze uitleggen?” vroeg Kate. Eleazar knikte.

“We zullen beginnen met het makkelijkste. We gaan je niet verbieden om mensenbloed te drinken. Die keuze is aan jou. Maar als je besluit om wel mensenbloed te drinken, vragen we je om deze familie te verlaten. Wij waarderen het mensenleven en doodden geen onschuldigen. Als je bij ons wilt blijven dan zal je dierenbloed moeten drinken.” Eleazar keek me recht in de ogen. Ik dacht erover na en eerlijk gezegd wilde ik geen onschuldige mensen doden om mijn honger of dorst te stillen. Over dorst gesproken. Ik had een brandend gevoel in mijn keel en ik had het gevoel dat ik het wilde doorspoelen.

“Ik denk dat we maar beter kunnen gaan jagen,” zei Carmen die blijkbaar zag dat ik me ongemakkelijk begon te voelen.

XXX

Het jagen ging makkelijk, toch zag ik er niet meer uit. Mijn hemd was gescheurd en hing vol bloed, maar blijkbaar had ik het heel goed gedaan.

Nu we hebben gejaagd, is het misschien makkelijker om te beslissen wat je wilt doen met je leven,” zei Garrett.

“Ik wil geen onschuldige mensen doden. Ik ga voor jullie levensstijl.” De hele familie glimlachte naar me.

“Welkom in de familie, Laurens Denali,” zei Carmen. Iedereen gaf me een knuffel en verwelkomde me in de familie. Tanya wilde ik zelfs niet loslaten. Ik had zo’n aantrekkingskracht bij haar. Ik hoorde plotseling iemand hoesten en ik liet Tanya meteen los. Ik dacht verschillende boze gezichten te zien, maar in plaats daarvan zag ik iedereen glimlachen.

“Sorry,” fluisterde ik.

“Waarom? Tanya is eindelijk gelukkig.” Ik keek naar de afkomst van de stem en zag Irina naar me glimlachen. “Ze verdient dit beetje geluk.”

“Maar we willen gewoon verder de regels uitleggen. Het is belangrijk dat je die weet, want je wilt niet in de problemen komen met de Volturi,” legde Carmen verder uit.

“Volturi?” Het was niet de eerste keer dat die naam viel en ik wilde nu wel weten wie ze waren.

“Daar kom ik later op. Eerst de regels. Eigenlijk is er maar één en dat is dat je ons bestaan voor de mensen geheim houdt. Je mag niemand vertellen wat je bent, want dat eindigt in je dood.”


“Ik kan dat begrijpen, maar wie beslist daarin?” vroeg ik Eleazar.

“De Volturi. Ze zijn de machtigste vampierencoven en ze leven in Volterra, Italië. Aro, Marcus en Caius en hun vrouwen zijn de leiders. Daarnaast is er een wacht en meestal zijn dat vampieren met gaven.”

“Gaven?”

“Ja, sommige vampieren hebben het geluk dat ze naast de gewone kenmerken, zoals snelheid, ook gaven hebben. Er zijn er die gedachten kunnen lezen of de toekomst zien. Ik ken een vampier die een schild heeft dat haar verdedigt tegen aanvallen die te maken hebben met gedachten en illusies”

“Ik kan bijvoorbeeld mensen een schok geven, maar bij Bella, het meisje waar Eleazar het over heeft, werkt het niet, omdat het enkel je verbeelding is,” zei Kate.

“Ik heb ook een gave,” ging Eleazar verder alsof Kate hem nooit had onderbroken. “Ik kan gaven herkennen. Ik krijg het gevoel dat je een gave hebt, maar het wordt door iets geblokkeerd.” Iedereen reageerde geschokt.

“Hoe kan dat?” vroeg Garrett.

“Ik weet het niet, maar misschien is het beter zo. Als de Volturi hoort dat Laurens een gave heeft, dan willen ze hem misschien hebben,” antwoordde Eleazar.

“Mij hebben?”

“Aro staat erom bekend om vampieren in zijn wacht te nemen die gaven hebben. Aro heeft zo de heksentweeling, Jane en Alec. Zij zijn de gevaarlijkste vampieren van de Volturi. Je wilt met hen zeker geen ruzie maken,” vertelde Eleazar.

“Jane kan je de pijn van je transformatie laten voelen. Het is zo hels dat je niets meer kunt doen dan enkel op de grond vallen.” Het was Irina die dit vertelde. “Alec kan al je zintuigen afsluiten. Je kan niet meer zien, horen, ruiken. Je bent praktisch een standbeeld.” Ik begon toch wel schrik te krijgen. “Soms komt die gave goed van pas, want als Aro goedgezind is bij een executie dan laat hij Alec zijn gave op je gebruiken en voel je er niets van.” Ik begon letterlijk rillingen over mijn lichaam te voelen. Ik wilde de Volturi nooit van mijn leven tegenkomen.

“Aro zelf heeft ook een gave. Hij kan met één aanraking alle gedachten van heel je leven zien,” vertelde Eleazar. “Marcus kan relaties bij vampieren en mensen zien.”

“Demetri, iemand van de wacht, kan je overal traceren.”

“Irina, Eleazar. Overstelpen we Laurens niet met al deze informatie?” onderbrak Carmen. Het was duidelijk dat zij de moederfiguur van deze familie was.

“Misschien heb je gelijk, schat.” Eleazar kuste haar op de mond en keek dan naar mij. “Als je vragen heb, kan je altijd naar mij komen.”

“Bedankt voor alles.” Ik stond op en ik wilde naar mijn kamer gaan, maar ik wist niet waar die was. “Euhm, waar is mijn kamer?”

“De trap op en dan de tweede deur aan je linkerkant,” antwoordde Tanya. Ik wandelde de trap op en ging dan de kamer binnen. Ik begon na te denken over de afgelopen uren. Van één ding was ik zeker: de Volturi wil ik nooit ontmoeten.
*FLASHBACK*

Oké, ik heb toen gezegd dat ik de Volturi nooit wilde ontmoeten, maar als ik zo Jane terug kon zien, dat moest ik het maar riskeren. Ik belde naar de vliegtuigmaatschappij om een vliegticket naar Italië te boeken. Net toen ik ophing, ging mijn telefoon.

“Hallo.”

“Laurens, ga niet.” Het was de hysterische stem van Alice.

“Alice, sorry. Ik moet gaan.”

“Je moet niet. Als je dit doet, dan breng je heel onze familie in gevaar.”

“Alice, bemoei je niet met mijn leven. Dat heeft Tanya al genoeg gedaan. Ik moet dit doen voor mezelf.” Ik hing op voor ze kon reageren en vertrok naar de luchthaven. Over iets meer dan 12u zou ik me in Rome bevinden en vandaar moest ik nog een twee uur met de auto rijden naar Volterra. Of het zou twee uur zijn als ik me aan de snelheidregels hield.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten